De wet over fiscaal co-ouderschap

Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
zoals van toepassing in het aanslagjaar 2018 (inkomsten 2017)

 

Art. 132bis. De toeslagen bedoeld in artikel 132, eerste lid, 1° tot 6°, worden verdeeld over twee belastingplichtigen die geen deel uitmaken van hetzelfde gezin maar die voldoen aan de onderhoudsplicht bepaald in artikel 203, § 1, van het Burgerlijk Wetboek van één of meer kinderen ten laste die recht geven op bovenvermelde toeslagen en waarvan de huisvesting gelijkmatig is verdeeld over de beide belastingplichtigen:
- hetzij op grond van een geregistreerde of door een rechter gehomologeerde overeenkomst waarin uitdrukkelijk is vermeld dat de huisvesting van die kinderen gelijkmatig is verdeeld over beide belastingplichtigen en dat zij bereid zijn de toeslagen op de belastingvrije som voor die kinderen te verdelen;
- hetzij op grond van een rechterlijke beslissing waarin uitdrukkelijk is vermeld dat de huisvesting van die kinderen gelijkmatig is verdeeld over beide belastingplichtigen.
   In dat geval worden de toeslagen bedoeld in artikel 132, eerste lid, 1° tot 5°, waarop die kinderen recht geven, en die worden vastgesteld ongeacht of er al dan niet andere kinderen zijn in het gezin waarvan ze deel uitmaken, voor de helft toegekend aan elk van de belastingplichtigen.
   In het geval bedoeld in het eerste lid wordt de in artikel 132, eerste lid, 6° bedoelde toeslag, voor de helft toegekend aan de belastingplichtige die geen vermindering vraagt voor kinderoppas bedoeld in artikel 14535.
   Een afschrift van de rechterlijke beslissing of de overeenkomst bedoeld in het eerste lid, moet ter beschikking worden gehouden van de administratie zolang zij voldoen aan de onderhoudsplicht bepaald in artikel 203, § 1, van het Burgerlijk Wetboek, voor minstens één van de kinderen en waarvan de huisvesting gelijkmatig is verdeeld, recht geeft op de in dit artikel bedoelde toeslagen.
   Dit artikel is slechts van toepassing indien uiterlijk op 1 januari van het aanslagjaar de in het eerste lid bedoelde overeenkomst is geregistreerd of gehomologeerd of de in het eerste lid bedoelde rechterlijke beslissing is genomen.
   Dit artikel is niet van toepassing op de in de eerste lid bedoelde toeslagen met betrekking tot een kind waarvoor onderhoudsuitkeringen als bedoeld in artikel 104, 1°, worden afgetrokken door één van de hierboven bedoelde belastingplichtigen.

 

Art. 133. Het overeenkomstig artikel 131 bepaalde basisbedrag wordt bovendien verhoogd met de volgende toeslagen:
1° 870 EUR (basisbedrag) voor een belastingplichtige die alleen wordt belast en:
- die één of meer kinderen ten laste heeft;
- aan wie bij toepassing van artikel 132bis de helft van de toeslagen op de belastingvrije som bedoeld in artikel 132, eerste lid, 1° tot 6°, wordt toegekend;
2° 870 EUR (basisbedrag) wanneer voor het jaar van huwelijk of verklaring van de wettelijke samenwoning een aanslag per belastingplichtige wordt gevestigd en voor zover de echtgenoot tijdens het jaar geen bestaansmiddelen heeft gehad die meer dan 1.800 EUR (basisbedrag) netto bedragen.
   Het eerste lid, 1°, is niet van toepassing op de gevallen bedoeld in artikel 126, § 2, eerste lid, 4°.

 

Art. 145 35. Er wordt een belastingvermindering verleend voor de in het belastbaar tijdperk werkelijk betaalde uitgaven voor de oppas van één of meer kinderen:
- ofwel ten laste van de belastingplichtige;
- ofwel voor wie aan de belastingplichtige bij toepassing van artikel 132bis, de helft van de toeslagen op de belastingvrije som bedoeld in artikel 132, eerste lid, 1° tot 5°, wordt toegekend.
   De belastingvermindering wordt verleend onder de volgende voorwaarden:
1° de uitgaven hebben betrekking op het vergoeden van kinderoppas in de Europese Economische Ruimte buiten de normale lesuren tijdens dewelke het kind onderwijs volgt en moeten gedaan zijn voor kinderen die de leeftijd van twaalf jaar niet hebben bereikt;
2° de belastingplichtige verkrijgt beroepsinkomsten;
3° de uitgaven zijn betaald:
a) ofwel aan instellingen of opvangvoorzieningen die worden vergund, erkend, gesubsidieerd of gecontroleerd:
- door Kind en Gezin, door het "Office de la Naissance et de l'Enfance" of door de regering van de Duitstalige Gemeenschap;
- of door de lokale openbare besturen of openbare besturen van de gemeenschappen, andere dan de in het eerste streepje vermelde besturen, of van de gewesten;
- of door buitenlandse openbare instellingen gevestigd in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte;
b) ofwel aan kinderdagverblijven of zelfstandige opvanggezinnen die onder toezicht staan van de in a, eerste of derde streepje, vermelde instellingen;
c) ofwel aan scholen gevestigd in de Europese Economische Ruimte of aan instellingen of opvangvoorzieningen die verbonden zijn met de school of de inrichtende macht.
   In afwijking van het tweede lid, 1°, wordt de vermindering eveneens verleend voor de uitgaven gedaan voor de opvang van kinderen met een zware handicap die de leeftijd van achttien jaar niet hebben bereikt, en dit onder dezelfde voorwaarden.
   Voor de toepassing van dit artikel, wordt onder "kind met zware handicap" verstaan, het kind dat recht heeft op de verhoogde kinderbijslag op basis van een van de volgende criteria:
1° ofwel, meer dan 80 pct lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid met 7 tot 9 punten van de graad van zelfstandigheid gemeten aan de hand van de gids gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 mei 1991 tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 96 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen;
2° ofwel, een totaal van minstens 15 punten, vastgesteld volgens de medisch-sociale schaal overeenkomstig het koninklijk besluit van 28 maart 2003 tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor de loonarbeiders en van artikel 88 van de programmawet van 24 december 2002.
   De belastingvermindering voor kinderoppas kan niet samengaan met de verhoging van de belastingvrije som ingevolge artikel 132, eerste lid, 6°.
   De Koning kan bij een in Ministerraad overlegd besluit het maximumbedrag van de voor de vermindering in aanmerking te nemen uitgave per oppasdag en per kind bepalen, welk bedrag niet lager dan 4 EUR mag zijn.
   De belastingvermindering is gelijk aan 45 pct van de werkelijk gedane uitgaven, desgevallend beperkt overeenkomstig het vorige lid.
   In geval van een gemeenschappelijke aanslag wordt de belastingvermindering evenredig omgedeeld in functie van het overeenkomstig artikel 130 belaste inkomen van elk der echtgenoten ten opzichte van de som van de overeenkomstig artikel 130 belaste inkomens van de beide echtgenoten.
   De belastingplichtige houdt ter beschikking van de administratie de bewijsstukken die de vaststelling mogelijk maken van:
a) de echtheid en het bedrag van de uitgaven;
b) de volledige identiteit of benaming van de personen, scholen, instellingen en openbare besturen als bedoeld in het tweede lid, 3°;
c) de naleving van de in dit artikel beoogde voorwaarden.