Spreekt uw kind met de bemiddelaar?

Waartoe?

 

Wil u dat uw kind een gesprek heeft met de bemiddelaar? Wat wil u daarmee bereiken? Wat wil u dat uw kind aan de bemiddelaar vertelt? Wat wil u dat de bemiddelaar daarmee doet? Wil u dat de bemiddelaar weet wat uw kind denkt en voelt? Wat moet de bemiddelaar doen met wat uw kind hem vertelt? Wat uw kind vertelt aan de bemiddelaar kan iets anders zijn dan wat uw kind aan u vertelt, en nog iets anders dan wat uw kind aan de andere ouder vertelt. Wat gaat u doen met dat verschil? Wat wil u dat de bemiddelaar met dit verschil doet?

 

Wil u dat uw kind de bemiddelaar van iets overtuigt? Van wat? Bedenk dat wat de bemiddelaar denkt over wat goed is voor uw kind, niet telt. Een bemiddelaar is geen rechter die moet overtuigd worden van het eigen gelijk en het ongelijk van de tegenpartij. Wat telt is wat u en de andere ouder en uw kind, denken dat goed is. U beiden beslist welke gezags-, verblijfs- en kostenregeling er komt, niet de bemiddelaar. Uiteindelijk moet uw kind met u beiden verder, niet met de bemiddelaar.

 

Wil u dat de bemiddelaar uw kind geruststelt? De meerderheid van de bemiddelaars is geen therapeut, en heeft geen opleiding om bedachtzaam gesprekken met kinderen te voeren. U kent uw kind beter dan de bemiddelaar uw kind kan leren kennen in een gesprek. Als onderzoekers aan kinderen vragen met wie zij over de scheiding willen spreken, dan zijn ouders veruit de uitverkoren gesprekspartners. Kinderen kunnen een gesprek met een hulpverlener of dienstverlener ervaren als een onaangename 'ondervraging'. Hoe zal u uw kind op een gesprek met een buitenstaander wat voorbereiden en achteraf wat geruststellen?