Problemen met betaling onderhoudsgeld

Als een rechter een ouder verplicht om onderhoudsgeld voor zijn kind te betalen, en deze ouder betaalt het onderhoudsgeld niet, dan spreekt het Strafwetboek over familieverlating. Dit is een strafbaar feit. Een ouder kan gestraft worden als hij vrijwillig 2 maanden geen onderhoudsgeld voor zijn kind betaalt. De straf is maximum 6 maanden gevangenisstraf of 400 tot 4.000 euro boete. Bij herhaling binnen de 5 jaar wordt de straf verdubbeld.


Een ouder kan gestraft worden voor familieverlating, ook al ontmoet hij het kind nooit.

Als een ouder geen of te weinig onderhoudsgeld betaalt, kan de andere ouder tot 5 jaar later betaling van dit achterstallig onderhoudsgeld eisen. Na 5 jaar is het recht om niet-betaald onderhoudsgeld op te eisen verjaard. Als ouder A het onderhoudsgeld niet betaalt, kan de andere ouder B de volgende stappen zetten.


stap 1

 

Ouder B praat met ouder A. Ouder B vraagt bijstand van een bemiddelaar in familiezaken. Ouder B zet ouder A onder druk om het onderhoudsgeld regelmatig te betalen. Ouder B kan ouder A informeren dat ouder A achterstallig onderhoudsgeld niet meer fiscaal kan aftrekken en dat ouder A waarschijnlijk een nalatigheidsinterest zal moeten betalen.

 

stap 2

 

Ouder B kan - zonder advocaat - een minnelijke schikking proberen bereiken voor de kamer voor minnelijke schikking van de familierechtbank. De rechter probeert de ouders tot een overeenkomst te brengen. Deze schikkingsrechter beslist niet.

 

Deze procedure is kosteloos, zolang nog geen vordering tot betaling van achterstallig onderhoudsgeld voor de familiekamer van de familierechtbank werd ingeleid.

 

stap 3

 

Als in het vonnis of in de notariële akte aan de regeling over onderhoudsgeld een overdrachtsafspraak (ontvangstmachtiging) gekoppeld is, vraagt ouder B aan de werkgever (of aan een andere schuldenaar) van ouder A, om de overdracht uit te voeren.

 

Een overdrachtsafspraak (ontvangstmachtiging) houdt in dat ouder A ermee akkoord gaat dat ouder B sommen die toekomen aan ouder A rechtstreeks mag ontvangen van de werkgever van ouder A (loonoverdracht) of van de organisatie die ouder A uitbetaalt (bv. RVA) of van een andere instantie die aan ouder A nog geld moet betalen (bv. de belastingen) als ouder A de afgesproken som niet betaalt. Ouders kunnen afspreken dat de som die ouder B via overdracht mag ontvangen, beperkt is: bijvoorbeeld met dezelfde grenzen als de grenzen voor algemeen loonbeslag, en met de beperking dat er geen overdracht van kinderbijslag of leefloon mogelijk is. U vindt op deze site voorbeelden van wanbetalingsregelingen onder Conflictbeheersing

 

Voor de uitvoering van een overdrachtsafspraak n.a.v. achterstallig onderhoudsgeld is er geen gerechtsdeurwaarder nodig. Ouder B heeft wel een officiële kopie van de overdrachtsafspraak nodig. Als ouder A zich verzet tegen de uitvoering, dan heeft ouder B bovendien een uitvoeringsformulier van het vonnis of de akte nodig. Ouder B moet de brieven en de documenten aangetekend versturen.

 

stap 4

 

Ouder B vraagt aan een gerechtsdeurwaarder om ouder A het bevel te geven tot betaling. Ouder B geeft aan een gerechtsdeurwaarder een uitvoeringsformulier met een officiële kopie van de regeling (de bekrachtigde/gehomologeerde ouderschapsovereenkomst, de notariële akte of het vonnis). De gerechtsdeurwaarder kan dan een financiële afspraak uitvoeren op voorwaarde dat deze afspraak heel duidelijk is beschreven. De afspraak moet het juiste bedrag van de som(men) vermelden, evenals de omstandigheden waarin de som moet betaald worden, de manier van betalen en de datum van de eisbaarheid.

 

De gerechtsdeurwaarder geeft eerst bevel tot betalen. Minimum één dag later kan hij uitvoerend beslag leggen. De deurwaarder maakt een inventaris van de goederen van ouder A. Eventueel komt er nadien, minimum één maand later, een verkoop. Ouder B krijgt dan bijvoorbeeld de opbrengst van de verkoop van een auto. De gerechtsdeurwaarder kan ook via de werkgever van ouder A loonbeslag leggen. Ouder A kan het beslag bij de beslagrechter betwisten. Na zijn tussenkomst, geeft de deurwaarder het uitvoeringsformulier terug aan B. Ouder A moet de gerechtsdeurwaarderskosten terugbetalen aan ouder B.

 

Er mag nooit beslag gelegd worden op kinderbijslag. Voor loonbeslag zijn er grenzen, behalve voor achterstallig onderhoudsgeld. De gerechtsdeurwaarder mag met andere woorden voor de betaling van achterstallig onderhoudsgeld beslissen tot een onbegrensd loon- of goederenbeslag, eventueel het volledige inkomen van ouder A. Beslag mag gelegd worden op het loon van ouder A of op het vervangingsinkomen van ouder A (werkloosheid, ziekte, invaliditeit, pensioen). Voor de betaling van achterstallig onderhoudsgeld mag de gerechtsdeurwaarder beslag laten leggen op het volledige leefloon. Op leefloon mag enkel beslag gelegd worden ten gevolge van wanbetaling van onderhoudsgeld.

 

In de ouderschapsovereenkomst kan er afgesproken worden dat het loonbeslag al of niet beperkt is tot de wettelijke grenzen die gelden voor loonbeslag overeenkomstig artikel 1409 van het Gerechtelijk Wetboek. Er zijn met andere woorden twee regelingen mogelijk:

 

Voor het geval ouder A zijn verbintenissen niet zou naleven, verklaart hij aan ouder B, die aanvaardt, afstand te doen van de wedden en van alle bedragen die hem, onder welke titel ook, verschuldigd zijn of zouden zijn. Hiertoe geeft hij aan ouder B de macht om ze te innen en te gebruiken voor de betaling van de door hem verschuldigde bedragen. De afstand van deze bedragen zal op kosten van ouder A geschieden. Ouder A verbindt er zich toe op elk verzoek van ouder B het bewijs van zijn inkomsten te leveren en machtigt zijn werkgever alle nuttige inlichtingen aan ouder B te verschaffen, indien hij achterstallig is inzake betaling van de onderhoudsbijdrage.

 

Ouder A machtigt ouder B om het achterstallig bedrag onderhoudsgeld op kosten van ouder A door derden-schuldenaars van ouder A, te doen overschrijven op de rekening van ouder B, samen met en bovenop het in de toekomst verschuldigde onderhoudsgeld, maar met de volgende beperking: ouder A behoudt per maand een bedrag gelijk aan het leefloon dat ouder A zou ontvangen volgens de geldende OCMW-regeling. Ouder A verbindt zich ertoe om desgevallend op eerste verzoek aan ouder B het bewijs van zijn inkomsten te geven. Hij machtigt hierbij ook zijn werkgever of uitbetalinginstelling om alle nuttige informatie aan ouder B mee te delen.

 

stap 5

 

Ouder B vraagt de familierechtbank om via een ontvangstmachtiging onderhoudsgeld te ontvangen. De familierechter kan ouder B machtigen om via loondelegatie ofwel eenmalig achterstallig onderhoudsgeld, ofwel regelmatig toekomstig verschuldigd onderhoudsgeld te ontvangen. In het tweede geval wordt het onderhoudsgeld rechtstreeks, meestal maandelijks, op een rekening van ouder B gestort. Voor loondelegatie inzake onderhoudsgeld gelden geen grenzen. Kinderbijslag komt er nooit voor in aanmerking.

 

De griffier geeft een uitvoeringsformulier van de ontvangstmachtiging aan ouder B. Ouder B overhandigt deze ontvangstmachtiging aan de schuldenaar van ouder A (meestal de werkgever), bepaald door de familierechter. Voor een overdracht met ontvangstmachtiging is er geen gerechtsdeurwaarder nodig. Vanaf het moment dat de werkgever van ouder A officieel op de hoogte is gebracht van de ontvangstmachtiging, moet de werkgever het door de familierechter bepaalde bedrag rechtstreeks aan ouder B in plaats van aan ouder A betalen. De uitvoering van een loondelegatie is kosteloos.

 

Als ouder B aan de familierechter vraagt om een beslissing te nemen voor gezag en/of verblijf, dan kan ouder B tegelijk ook aan de familierechter vragen om het onderhoudsgeld voor het kind via een delegatie te ontvangen.

 

stap 6

 

Ouder B doet beroep op de DAVO, de Dienst voor Alimentatievorderingen. De DAVO betaalt in bepaalde omstandigheden voorschotten op onderhoudsgeld, en kan ook overgaan tot inning en invordering van onderhoudsgeld en achterstallen, in naam van de onderhoudsgerechtigde. De voorwaarden zijn:

 

• Ouder B woont in België.
• Ouder A heeft het onderhoudsgeld tweemaal niet of niet volledig betaald in een periode van 12 maanden voor de aanvraag.
• Het onderhoudsgeld werd vastgelegd in een uitvoerbaar vonnis of EOT-overeenkomst.
• De DAVO kan een voorschot geven als het maandelijks netto-inkomen van ouder B, onder een 1.800 euro netto (basisbedrag uit 2015, te indexeren) per maand blijft, verhoogd met 67 euro per kind ten laste (in 2017). Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd.

 

Het bedrag van het voorschot is beperkt tot 175 euro per maand en per kind waarvoor onderhoudsgeld moet worden betaald. Als het toegekende onderhoudsgeld lager is dan 175 euro, kan het voorschot niet hoger zijn dan het toegekende bedrag. Als ouder A een deel van het onderhoudsgeld betaalt, wordt dit in mindering gebracht van het voorschot.

 

Voor de inning en de invordering van het bedrag van het saldo en de achterstallen van de alimentatievordering, treedt de DAVO op in naam en voor rekening van de onderhoudsgerechtigde. De DAVO gaat over tot de invordering van de verschuldigde bedragen bij dwangbevel, zo nodig gevolgd door een uitvoerend beslag onder derden bij een ter post aangetekende brief.
De meest actuele informatie vindt u terug op de website van DAVO: www.secal.belgium.be.

 

stap 7

 

Ouder B legt klacht neer wegens familieverlating bij de politie die een proces-verbaal maakt.

 

De procureur des Konings onderzoekt de klacht.

 

stap 8

 

Ouder B legt rechtstreeks klacht neer bij de procureur des Konings op de rechtbank van eerste aanleg. De procureur kan ouder A vervolgen en voor de strafrechter brengen.