Wie haalt of brengt?

1. De ouder bij wie het kind heeft verbleven, brengt het kind naar de andere ouder.

 

2. De ouder bij wie het kind zal verblijven, haalt het kind bij de andere ouder op.

 

3. Wanneer de overgang niet gebeurt in het schoolgebouw (omdat er geen school is of omdat het kind ziek is of om een andere reden niet naar school gaat), dan brengt de ouder bij wie het kind heeft verbleven, het kind naar de andere ouder of laat het kind de fiets of het openbaar vervoer nemen.

 

4. Wanneer de overgang niet gebeurt in het schoolgebouw of de opvangdienst, dan haalt de ouder bij wie het kind zal verblijven het kind bij de andere ouder op.

 

5. Wanneer de overgang niet gebeurt in het schoolgebouw, dan brengt vader/moeder het kind naar moeder/vader en haalt vader/moeder het kind bij moeder/vader op.