Inkomsten voor het kind

Bijdrage van de ouders

 

Op elke ouder weegt onderhoudsplicht voor zijn of haar kind. Een ouder met oorspronkelijke of adoptieve afstammingsband is dus verplicht voor kinderen te betalen. Ouders kunnen niet afspreken dat een van hen van die onderhoudsplicht wordt vrijgesteld. De ouders moeten beiden betalen voor de huisvesting, het levensonderhoud, de gezondheid, het toezicht, de opvoeding, een passende opleiding en de ontplooiing van het kind. De onderhoudsplicht stopt niet op 18 jaar. Als het kind studeert, loopt de onderhoudsplicht verder tot het kind een einddiploma heeft dat toegang geeft tot de arbeidsmarkt.

 

Onderhoudsplicht is iets anders dan onderhoudsgeld (alimentatie). Niet alle ouders vervullen hun onderhoudsplicht door de betaling van onderhoudsgeld. Een ouder kan regelmatig onderhoudsgeld betalen en krijgt daardoor belastingvoordeel. De andere ouder heeft het kind fiscaal ten laste en krijgt daardoor belastingvoordeel. De ouder die kan bewijzen dat hij regelmatig onderhoudsgeld betaalt ter uitvoering van een wettelijke onderhoudsverplichting, kan het betaalde onderhoudsgeld voor 80% aftrekken van zijn netto-belastbaar inkomen. Als een rechter beslist dat een ouder onderhoudsgeld moet betalen, is het te betalen onderhoudsgeld uiteraard ook fiscaal aftrekbaar.

 

Als het kind hoofdverblijf heeft bij één ouder, gaat het meestal als volgt. De ouder bij wie het kind hoofdzakelijk verblijft en die de kosten van het kind beheert, betaalt zijn of haar aparte (verblijfsgebonden) kosten met eigen geld, en betaalt een eigen bijdrage voor de gezamenlijke kosten. De andere ouder betaalt zijn of haar aparte (verblijfsgebonden) kosten met eigen geld, en betaalt zijn of haar bijdrage voor de gezamenlijke kosten in de vorm van onderhoudsgeld.

 

Er zijn ook andere manieren om de onderhoudsplicht te vervullen, bijvoorbeeld een kind kosteloos in een huis laten wonen. Bij verblijfsco-ouderschap kunnen beide ouders hun onderhoudsplicht vervullen zonder dat een ouder bijdraagt in de vorm van onderhoudsgeld. Dat kan, maar is dikwijls fiscaal niet interessant.

 

De bijdrage van de ouders kan gelijk zijn, of de ene ouder betaalt meer dan de andere. De wet bepaalt sinds 2010 dat elke ouder moet bijdragen in de gewone en buitengewone kosten, 'in verhouding tot zijn respectieve aandeel in de samengevoegde middelen'. Concreet betekent deze ingewikkelde formulering dat de middelen van beide ouders eerst moeten worden samengevoegd. Daarna moet worden bekeken welk deel de middelen van de ene ouder vormen binnen deze totaliteit en welk deel de middelen van de andere. 'Middelen' van de ouders zijn niet alleen hun officiële beroepsinkomsten, maar ook alle andere inkomsten en voordelen die hun levensstandaard bepalen. Ook zogenaamd 'zwart geld' valt daaronder. Elke ouder moet finaal bijdragen 'in verhouding tot zijn aandeel' in de totaliteit. De ouder die meer middelen heeft dan de andere ouder, moet dus wettelijk meer betalen voor het kind. Heeft de vader bijvoorbeeld exact dubbel zoveel middelen als de moeder, dan moet de vader 2/3 van alle kosten voor het kind betalen en de moeder 1/3.

 

Ouders mogen overeenkomsten sluiten over hun bijdragen. Dat gebeurt in de praktijk vaak. Zij kunnen bijvoorbeeld afspreken dat zij elk de helft betalen, ook al zijn hun middelen niet even groot. Elk de helft betalen is veel eenvoudiger dan jaarlijks de bijdragen herberekenen naargelang de evolutie in de middelen. Het is juridisch zelfs toegelaten (maar zeer zelden aan te raden) dat één ouder alle kosten betaalt en de andere geen, voor zover het kind niets tekortkomt. De onderhoudsbijdrage van een ouder kan op nul euro worden begroot, maar deze ouder kan nooit worden ontslagen van zijn onderhoudsplicht.

 

De uitgaven voor het kind stijgen met de leeftijd. Daarom voorzien de meeste kostenplannen een verhoging van de bijdrage van beide ouders met de leeftijd van het kind, bijvoorbeeld op 12, 16 en 18 jaar. Een ouder kan ook aan de familierechtbank vragen dat een bij vonnis toegekende onderhoudsbijdrage automatisch wordt verhoogd op in het vonnis bepaalde scharniermomenten.

 

Bijdrage van de overheid

 

De overheid geeft financiële steun aan ouders met kinderen in de vorm van socialezekerheidsuitkeringen, meer bepaald het kindergeld (de gezinsbijslag) en de terugbetaling van gezondheidskosten. Apart wonende ouders krijgen niet enkel belastingvoordeel door het hebben van een kind fiscaal ten laste maar ook door de betaling van onderhoudsgeld. Sommige ouders krijgen een studiebeurs, een hogere uitkering of meer leefloon, en lagere tarieven voor bepaalde overheidsdiensten.