Aparte en gezamenlijke kosten

De aparte kosten hebben te maken met de verblijfsregeling. Beide ouders moeten apart verblijfskosten betalen voor de periode dat het kind bij hen verblijft, bijvoorbeeld eten en verwarming. De verblijfskosten worden meestal betaald met kindergeld en met eigen geld van de ouder bij wie het kind verblijft. Als het kind zijn hoofdverblijf heeft bij één ouder, dan zijn de verblijfskosten groter voor de ouder bij wie het kind langere tijd verblijft en ontvangt deze ouder vaak het kindergeld. Als er verblijfsco-ouderschap is, dan zijn de verblijfskosten voor elke ouder gelijk en verdelen ouders vaak het kindergeld. Als de eigen inkomsten van de ouders erg verschillen, dan krijgt de ouder met het laagste inkomen soms een groter deel van het kindergeld.

 

De gezamenlijke kosten hebben niets te maken met de verblijfsregeling. Zij zijn dezelfde voor hoofdverblijf als voor verblijfsco-ouderschap. Gezamenlijke kosten zijn kosten waar beide ouders in elke verblijfsregeling mee te maken hebben. Gekochte goederen worden zowel bij het verblijf bij moeder als bij vader gebruikt, bijvoorbeeld een boekentas en een winterjas. Een boekentas en een winterjas kosten evenveel in hoofdverblijf als in verblijfsco-ouderschap. Deze kosten zijn meestal eenmalig. Voor de meeste ouders is een dubbele uitgave – twee boekentassen, twee winterjassen – te duur. Er zijn ook kosten die in elk geval eenmalig zijn zoals een tandenbeugel. Wie is verantwoordelijk voor de gezamenlijke kosten? Wie zorgt ervoor dat deze kosten met welk geld worden betaald?

 

Als er één hoofdverblijf is, dan betaalt meestal de ouder bij wie het kind langere tijd verblijft de 'gezamenlijke' kosten. De andere ouder betaalt zijn bijdrage voor gezamenlijke kosten door onderhoudsgeld te betalen aan deze ouder.

 

Maar wat als er verblijfsco-ouderschap is? Dan is het moeilijker om een passende kostenregeling te maken. Bij verblijfsco-ouderschap (en ouders met ongeveer gelijke middelen) redeneert men dikwijls zo: het kind verblijft evenveel bij elke ouder, dus heeft elke ouder evenveel kosten, dus krijgt elke ouder de helft van het kindergeld en de helft van belastingvoordeel door kind fiscaal ten laste, dus moet geen enkele ouder onderhoudsgeld betalen. Dit lijkt eenvoudig. Maar daardoor is er geen antwoord op de vraag wie met welk geld de eenmalige 'gezamenlijke' kosten zal betalen. Bovendien heeft deze regeling het nadeel dat de ouders geen gebruik kunnen maken van het belastingvoordeel door het betalen van onderhoudsgeld. U merkt het: het is een ingewikkelde kwestie.

 

De kosten zijn eigenlijk nog ingewikkelder. De gezamenlijke kosten bestaan immers uit gewone en buitengewone kosten. De gewone kosten worden meestal betaald met het kindergeld, de studiebeurs en een maandelijkse bijdrage van beide ouders. De buitengewone kosten worden meestal betaald met een extra bijdrage van beide ouders.