Een kindrekening

Uitleg over een kindrekening vindt u onder Informatie - Vragen over geldzaken.

 

1. De ouders hebben een kindrekening nummer op naam van beide ouders geopend.

 

2. De ouders hebben een kindrekening nummer op naam van moeder/vader geopend. Moeder/vader geeft vader/moeder een volmacht voor de kindrekening. Als moeder/vader de volmacht intrekt, dan betaalt moeder/vader aan vader/moeder als vergoeding bedrag euro, en dan verandert de kostenregeling als volgt: nieuwe regeling.

 

3. De ouders hebben een kindrekening nummer op naam van moeder/vader geopend. Moeder/vader geeft vader/moeder een volmacht voor de kindrekening. Als moeder/vader vaststelt dat vader/moeder bepaalde afgesproken noodzakelijke uitgaven niet doet, trekt moeder/vader de volmacht van vader/moeder in. De ouders onderhandelen dan, op eenvoudig verzoek van een van beiden, over een nieuwe kostenregeling, met de hulp van een bemiddelaar.

 

4. De ouders hebben een zichtrekening nummer op naam van het kind geopend. Beide ouders hebben een volmacht op deze zichtrekening (deze praktijk is minder aangewezen, aangezien de afhaling van gelden op naam van het kind een vervreemding van zijn roerende goederen uitmaakt waarvoor in beginsel voorafgaande machtiging van de vrederechter nodig is).

 

Wat komt op de kindrekening?

 

Kindergeld, studiebeurs, terugbetaling ziekenfonds, belastingvoordeel

 

5. Moeder/vader stort maandelijks, binnen de maand na ontvangst, de kinderbijslag op de kindrekening nummer.

 

6. Het kinderbijslagfonds stort (op verzoek van de ontvanger) de kinderbijslag rechtstreeks op de kindrekening. Het ziekenfonds stort (op verzoek van moeder/vader) de terugbetaalde gezondheidskosten van het kind rechtstreeks op de kindrekening.

 

7. Moeder/vader stort de studietoelage, binnen de maand na ontvangst, op de kindrekening nummer.

 

8. De afdeling studietoelagen stort de studietoelage (op verzoek van moeder/vader) rechtstreeks op de kindrekening.

 

9. Moeder/vader stort op de kindrekening: de kinderbijslag, een eventuele studietoelage en de door het ziekenfonds terugbetaalde gezondheidskosten. Moeder/vader stort dit geld binnen de maand na ontvangst.

 

10. Moeder/vader stort op de kindrekening: de kinderbijslag, een eventuele studietoelage en het belastingvoordeel in haar/zijn personenbelasting door kind fiscaal ten laste. Vader/moeder stort op de kindrekening: het belastingvoordeel door betalen van onderhoudsgeld.

 

11. Zodra het kind meerderjarig is, stort de afdeling studietoelagen de studietoelage op een rekening op naam van het kind. Beide ouders vragen het kind om de volledige studietoelage onmiddellijk door te storten op de kindrekening. Als het kind dit niet doet, dan betaalt het kind met de ontvangen studietoelage de volgende uitgaven: opsomming.

 

Vader/moeder stort onderhoudsgeld en moeder/vader stort bijdrage in onderhoud

 

12. Vanaf datum stort vader/moeder (de ouder die het kind niet fiscaal ten laste heeft) maandelijks het fiscaal aftrekbaar onderhoudsgeld op de kindrekening, en stort moeder/vader (de ouder die het kind fiscaal ten laste heeft) maandelijks een (niet fiscaal aftrekbare) bijdrage in onderhoud op de kindrekening.

 

13. Moeder/vader betaalt een bijdrage in onderhoud zolang vader/moeder onderhoudsgeld voor het kind betaalt.

 

14. Vanaf de maand waarin moeder/vader officieel (met hetzelfde officiële adres) samenwoont met een partner, stort moeder/vader een bijdrage in onderhoud.

 

15. De ouders storten het onderhoudsgeld en de bijdrage in onderhoud via een vaste overschrijvingsopdracht, de 20ste dag van elke maand.

 

16. Elke ouder stort jaarlijks vóór 31 december bedrag euro op de kindrekening.

 

17. De ouders storten op deze kindrekening op datum een beginbedrag euro van bedrag euro. Vader/moeder betaalt hiervan bedrag euro, moeder/vader bedrag euro.

 

Moeder en vader storten evenveel

 

18. Op de oudervergadering van september kan een ouder vragen om de verhouding tussen de bijdrage in onderhoud en het fiscaal aftrekbaar onderhoudsgeld te veranderen; bijvoorbeeld omdat het inkomen van deze ouder aanzienlijk lager is komen te liggen dan het inkomen van de andere ouder. Als de andere ouder hiermee akkoord gaat, dan geldt als uitzonderingsregel voor het komende jaar (van januari tot en met december) dat de ene ouder een lager bedrag stort dan de andere op de kindrekening. Als de andere ouder geen aanpassing wil (zonder hiervoor uitleg te moeten geven) en als er vóór november geen door beide ouders ondertekende en gedateerde overeenkomst over een uitzonderingsjaar is, dan geldt voor het komende jaar dat beide ouders evenveel op de kindrekening storten. Als bedrag geldt het bedrag van het laatste jaar waarin beide ouders evenveel stortten.

 

Moeder en vader storten in verhouding tot hun inkomen

 

19. Het bedrag voor onderhoudsgeld dat vader/moeder betaalt ligt vast: bedrag euro. Het bedrag voor bijdrage in onderhoud dat moeder/vader betaalt, hangt af van de inkomensverhouding tussen de ouders.

 

20. Elk jaar op de oudervergadering in december schatten en bepalen de ouders het door hen in het komende jaar (van januari tot en met december) te storten bedrag dat nodig is om (samen met de kinderbijslag) de afgesproken kosten met het geld op de kindrekening te betalen. Zij maken hierover in twee exemplaren een schriftelijke overeenkomst die zij beiden ondertekenen. Voor jaar en jaar bepalen zij het door de ouders te storten bedrag op bedrag euro (per kind).

 

21. Beide ouders dragen de gewone gezamenlijke kosten, betaald via de kindrekening, in verhouding tot hun inkomen. Op datum is deze verhouding: vader/moeder 1/3de en moeder/vader 2/3de.

 

22. De ouders bepalen jaarlijks, als volgt, het maandelijks onderhoudsgeld te betalen door vader/moeder en de maandelijkse bijdrage in onderhoud te betalen door moeder/vader, in verhouding tot hun inkomen: regels.

 

23. Het onderhoudsgeld van vader/moeder en de bijdrage in onderhoud van moeder/vader zijn in verhouding tot het jaarlijks officieel netto belastbaar beroepsinkomen van de ouders. Op datum is deze verhouding vader/moeder 3/4de en moeder/vader 1/4de. Dit betekent dat gedurende het jaar jaar vader/moeder bedrag euro fiscaal aftrekbaar onderhoudsgeld voor het kind betaalt en moeder/vader bedrag euro bijdrage in onderhoud.

 

24. De ouders betalen fiscaal aftrekbaar onderhoudsgeld of bijdrage in onderhoud, in verhouding tot hun inkomsten. In jaar en in jaar bedraagt onderhoudsgeld plus bijdrage maandelijks bedrag euro (per kind). Vader/moeder betaalt hiervan 2/3de; dus bedrag euro onderhoudsgeld. Moeder/vader betaalt 1/3de, dus bedrag euro bijdrage in onderhoud. In jaar en in jaar stort vader/moeder maandelijks (voor de twee kinderen) bedrag euro onderhoudsgeld op de kindrekening, en stort moeder/vader maandelijks (voor de twee kinderen) bedrag euro bijdrage in onderhoud op de kindrekening.

 

25. Vanaf jaar liggen het bedrag voor onderhoudsgeld en dat van de bijdrage telkens vast voor één jaar. Het onderhoudsgeld van vader/moeder en de bijdrage in onderhoud van moeder/vader in een bepaald jaar zijn in verhouding tot hun jaarlijks officieel netto belastbaar beroepsinkomen van het laatste voorbije inkomstenjaar. Het bedrag in bijvoorbeeld jaar zal bepaald worden door hun inkomens in inkomstenjaar jaar.

 

26. Op elke oudervergadering van juni beslissen de ouders of de inkomensverhouding moet aangepast worden. De verhouding kan zijn ofwel 1/2 t.a.v. 1/2 ofwel 2/3de t.a.v. 1/3de ofwel 3/4de t.a.v. 1/4de. De verhouding is 1/2 t.a.v. 1/2 als de werkelijke inkomensverhouding ligt tussen 50 - 60% t.a.v. 50 - 40%. De verhouding is 2/3de t.a.v. 1/3de als de werkelijke inkomensverhouding ligt tussen 61 - 70% en 39 - 30%. De verhouding is 3/4de t.a.v. 1/4de als de werkelijke verhouding ligt tussen 71 – 100% en 29 – 0%. Op deze bijeenkomst gebruiken de ouders het laatste ingevulde aangifteformulier (met informatie over het inkomen van het vorige jaar). Als de verhouding verandert, passen beide ouders met terugwerkende kracht hun stortingen vanaf januari van het lopende jaar aan de nieuwe verhouding aan. Zij berekenen samen hoeveel elke ouder te veel of te weinig heeft betaald en welke stortingen zij elk in het lopende jaar nog zullen doen op de kindrekening. Elke ouder geeft de belastingen de toestemming om aan de andere ouder, op eenvoudig verzoek, de juistheid van de gegeven informatie te bevestigen. Het totale bedrag euro op de kindrekening vermindert niet door deze aanpassing van de verhouding.

 

27. Vanaf jaar tonen de ouders op elke oudervergadering hun ingevuld aangifteformulier. Als blijkt dat de verhouding tussen hun jaarlijkse inkomens met meer dan 10% veranderd is, dan passen zij het bedrag voor het onderhoudsgeld dat vader/moeder betaalt en de bijdrage in onderhoud die moeder/vader betaalt vanaf de komende maand augustus aan. Elke ouder geeft de belastingen de toestemming om aan de andere ouder, op eenvoudig verzoek, de juistheid van de gegeven informatie te bevestigen.

 

28. Gedurende de periode dat een ouder (door onvermijdelijke omstandigheden) een maandelijks officieel netto-inkomen heeft van minder dan het geldend maximum leefloon, betaalt deze ouder 1/6de van haar/zijn inkomen per kind als onderhoudsgeld of bijdrage in onderhoud. Deze vermindering begint vanaf de maand die volgt op de maand waarin deze ouder aan de andere ouder een fotokopie van een officieel document gaf, waaruit haar/zijn inkomen blijkt. De andere ouder blijft verder hetzelfde bedrag euro betalen, waardoor het totale bedrag euro op de kindrekening vermindert en de ouders dus moeten bezuinigen op de kosten. Als deze periode langer dan een jaar duurt, wordt de kostenregeling, op eenvoudig verzoek van een ouder, volledig geëvalueerd en veranderd, met de hulp van een ouderschapsbemiddelaar.

 

Wie kan hoe geld afhalen van de kindrekening? Hoe beheren beide ouders de kindrekening: Wie betaalt welke kosten met geld van de kindrekening?

 

29. Beide ouders kunnen elk apart, zonder handtekening van de andere ouder, geld afhalen van de kindrekening. Het maximale maandelijkse bedrag dat zonder twee handtekeningen kan afgehaald worden, is bedrag euro. Voor de afhaling van een hoger bedrag in een bepaalde maand zijn beide handtekeningen nodig. (Dit is een onderlinge afspraak. De bank kan de uitvoering van deze afspraak niet garanderen.)

 

30. Beide ouders kunnen apart, per keer, maximum bedrag euro afhalen van de kindrekening, maandelijks maximum bedrag euro. Voor de afhaling van een hoger bedrag (per keer of maandelijks) zijn beide handtekeningen nodig.

 

31. Beide ouders kunnen elk apart, zonder handtekening van de andere ouder, geld afhalen van de kindrekening. Het maximale maandelijkse bedrag dat zonder beide handtekeningen kan afgehaald worden, is bedrag euro. Voor de afhaling van een hoger bedrag in een bepaalde maand zijn beide handtekeningen nodig. (Dit is een onderlinge afspraak. De bank kan de uitvoering van deze afspraak niet garanderen.)

 

32. Beide ouders beheren de kindrekening. Zij kunnen beiden onbeperkt geld afhalen.

 

33. Twee handtekeningen zijn nodig om geld af te halen.

 

34. Wanneer (meestal door werkomstandigheden: verblijf van een ouder in het buitenland) het kind meer dan 14 dagen ononderbroken bij één ouder verblijft, dan kan deze ouder per dag extra verblijf bedrag euro afhalen van de kindrekening voor de betaling van aparte kosten (naast het bedrag voor gezamenlijke kosten).

 

35. Binnen de week na de persoonlijke verschijning voor de familierechtbank in de echtscheidingsprocedure (of andere gebeurtenis of datum), gaan de ouders samen naar de bank om te vragen volgende opdrachten overeenkomstig deze ouderschapsovereenkomst uit te voeren: beschrijving.

 

36. Vader/moeder betaalt de volgende kosten met geld van de kindrekening: beschrijving. Moeder/vader betaalt de volgende kosten met geld van de kindrekening: beschrijving.

 

37. De ouders betalen beiden de volgende kosten met geld van de kindrekening: beschrijving. Voor de afhaling van geld van de kindrekening voor de betaling van deze kosten, is (geen) voorafgaand overleg of schriftelijk akkoord nodig.

 

38. Op elke oudervergadering van juni bepalen de ouders de budgetten voor de gezamenlijke kosten van het komende schooljaar. Zij spreken af wie dat schooljaar welke kosten met geld van de kindrekening zal betalen.

 

39. De ouders kunnen in de loop van de week waarin het kind bij hen verblijft, voor alle gezamenlijke kosten van het kind geld afhalen van de kindrekening, maximum bedrag euro per week. Zij houden de kastickets bij, en tonen en bespreken de uitgaven op de eerstkomende oudervergadering. Een ouder kan in haar/zijn week enkel met de voorafgaande toestemming van de andere ouder, een groter bedrag euro van de kindrekening afhalen en uitgeven; bijvoorbeeld voor de schooluitgaven van de eerste schoolweek van september of voor kledingkosten in de koopjesperiode.

 

40. De ouders bespreken op elke oudervergadering de kostenregeling. Zij delen elkaar mee welke gezamenlijke (gewone en/of buitengewone) kosten zij in de voorbije 3 maanden (sinds de vorige oudervergadering) betaald hebben met geld van de kindrekening.

 

41. Jaarlijks in juni bepalen de ouders de budgetten voor kledingkosten en studiekosten van het komende schooljaar, en wie welke kosten zal betalen. Voor het schooljaar jaar gelden de volgende budgetten: beschrijving. Vader/moeder zal de kledingkosten betalen. Moeder/vader zal de studiekosten betalen. De ouders betalen deze kosten met geld van de kindrekening.

 

42. Het kinderbijslagfonds stort de kinderbijslag op een kindrekening beheerd door beide ouders. Met de kinderbijslag worden alle gezamenlijke kosten betaald. Elke ouder betaalt de helft van een eventueel tekort.

 

43. De volgende kosten worden betaald met geld van de kindrekening: vader/moeder betaalt alle noodzakelijke kledingkosten, moeder/vader betaalt alle noodzakelijke studie- en gezondheidskosten, beide ouders betalen alle andere gezamenlijke kosten.

 

44. De ouders betalen alle gewone gezamenlijke kosten met geld van de kindrekening. Beide ouders kunnen deze kosten betalen met geld van de kindrekening. Elke ouder kan geld afhalen van de kindrekening voor de betaling van gewone gezamenlijke kosten, zonder voorafgaand overleg met de andere ouder en zonder voorlegging van een factuur.

 

45. De ouders overleggen (telefonisch of) via mail één maal per maand over de kostenregeling; namelijk in de eerste week van elke maand. In dit maandelijks overleg beslissen de ouders wie in de lopende maand welke gewone gezamenlijke kosten zal betalen met geld van de kindrekening.

 

46. De ouders overleggen regelmatig via mail over de noodzaak van bepaalde gewone gezamenlijke kosten. In dit overleg beslissen zij wie welke gewone gezamenlijke kosten zal betalen met geld van de kindrekening.

 

47. Voor het afhalen van geld voor de betaling van buitengewone gezamenlijke kosten is voorafgaand overleg en akkoord van beide ouders over de noodzaak en het maximumbedrag, nodig.

 

48. De ouders bespreken de kostenregeling op elke oudervergadering. Zij beslissen samen wie in de komende 3 maanden (tot de volgende bijeenkomst) welke buitengewone gezamenlijke kosten zal betalen met geld van de kindrekening. Op de volgende oudervergadering toont deze ouder het bewijs van betaling van de buitengewone kost.

 

49. Elke ouder betaalt jaarlijks afwisselend de buitengewone gezamenlijke kosten met geld van de kindrekening. In de even jaren betaalt vader/moeder deze kosten. In de oneven jaren betaalt moeder/vader deze kosten.

 

Tekort op de kindrekening

 

50. Als het bedrag op de kindrekening onvoldoende is om de afgesproken kosten te betalen, dan betalen beide ouders elk de helft van het tekort.

 

51. Als het bedrag op de kindrekening onvoldoende is om de afgesproken kosten te betalen, dan betalen beide ouders het tekort in verhouding tot hun maandelijks officieel netto-inkomen. De verhouding telt telkens voor 1 jaar. In het jaar jaar is deze verhouding vader/moeder 54% en moeder/vader 46%.

 

52. Als de ouders vaststellen dat het bedrag op de kindrekening onvoldoende is om de afgesproken kosten te betalen, dan kunnen zij afspreken dat het maandelijks onderhoudsgeld verhoogt.

 

53. Op elke bijeenkomst van december evalueren de ouders de kostenregeling. Als zij vaststellen dat het bedrag op de kindrekening onvoldoende is om de afgesproken kosten te betalen, dan kunnen zij afspreken dat de maandelijkse bijdrage in onderhoud en het maandelijks onderhoudsgeld verhoogt.

 

54. Zodra een ouder vaststelt dat er minder dan bedrag euro op de kindrekening staat, verwittigt deze ouder de andere ouder. Elke ouder zal binnen de maand de helft van het tekort storten, zodat er opnieuw minstens bedrag euro op de kindrekening staat.

 

55. Als op de 29ste dag van de maand op de kindrekening minder dan bedrag euro staat, stort elke ouder bedrag euro op de kindrekening. De storting gebeurt zo snel mogelijk en in elk geval binnen de week na de eerstkomende bijeenkomst.

 

Saldo van de kindrekening

 

56. In november 2017 vergaderen de ouders om te beslissen wat zij met het geld op de kind/spaar/studierekening nummer zullen doen.

 

57. De ouders beslissen, in overleg, wat op het einde van de studies van het kind gebeurt met het saldo van de kind/spaar/studierekening nummer. Als zij hierover geen overeenkomst bereiken, dan wordt het saldo op de 25ste verjaardag van het kind overgeschreven op een rekening op naam van het kind.

 

58. Wanneer het kind haar/zijn studies heeft beëindigd, wordt het saldo van de kind/spaar/studierekening nummer overgeschreven op een rekening op naam van het kind.

 

59. Wanneer alle kinderen hun studies hebben beëindigd en de ouders geen fiscaal aftrekbaar onderhoudsgeld noch onderhoudsbijdrage meer storten, dan wordt het saldo van de kind/spaar/studierekening overgeschreven op rekeningen op naam van de kinderen. Het saldo wordt gelijk verdeeld onder de kinderen.

 

De ouders beheren samen de buitengewone gezamenlijke kosten via de kindrekening

 

60. De ouders dragen elk de helft van de buitengewone gezamenlijke kosten (o.a. de kosten voor hogere studies).

 

61. Vanaf datum stort vader/moeder maandelijks extra onderhoudsgeld op de kindrekening, en stort moeder/vader maandelijks een (niet fiscaal aftrekbare) bijdrage in onderhoud op de kindrekening. Het maandelijks onderhoudsgeld te betalen door vader/moeder en de maandelijkse bijdrage in onderhoud te betalen door moeder/vader, zijn even groot; namelijk bedrag euro.

 

62. Vader/moeder betaalt zijn/haar bijdrage aan een buitengewone gezamenlijke kost binnen de maand die volgt op de aankoop(beslissing). Vader/moeder stort zijn/haar bijdrage op de kindrekening, met vermelding 'onderhoudsgeld verhoogd door extra noodzakelijke kost'.

 

63. Het geld op de kindrekening dient enkel voor buitengewone gezamenlijke kosten. Op elke oudervergadering beslissen de ouders of er een buitengewone gezamenlijke kost voorkomt (bijvoorbeeld een fiets) en wie de aankoop met welk maximumbedrag zal doen. Als vader/moeder deze kost betaalt, dan toont vader/moeder op de volgende bijeenkomst het bewijs van betaling. Moeder/vader betaalt dit bedrag euro terug aan vader/moeder. Moeder/vader gebruikt hiervoor geld van de kindrekening.

 

64. Voor het afhalen van geld van de kindrekening voor de betaling van buitengewone gezamenlijke kosten is voorafgaand overleg en akkoord van beide ouders over de noodzaak en het maximumbedrag nodig.

 

65. De ouders bespreken op elke oudervergadering de kostenregeling. Zij beslissen samen wie in de komende 3 maanden (tot de volgende bijeenkomst) welke buitengewone gezamenlijke kosten met geld van de kindrekening zal betalen. Op de volgende oudervergadering toont deze ouder het bewijs van betaling van de buitengewone kost.

 

66. Elke ouder betaalt jaarlijks afwisselend de buitengewone gezamenlijke kosten met geld van de kindrekening. In de even jaren betaalt vader/moeder deze kosten. In de oneven jaren betaalt moeder/vader deze kosten.

 

67. De ouders betalen de kosten voor hogere studies met geld van de kindrekening.

 

68. Op de kindrekening wordt enkel de kinderbijslag gestort. Beide ouders betalen met dit geld enkel de gezondheidskosten voor het kind. Als een ouder met dit geld andere kosten dan doktersconsultaties en geneesmiddelen wil betalen, dan kan dat slechts na een voorafgaand schriftelijk akkoord van de andere ouder.