Conflicten voorkomen

Regelmatig uitgebreid overleg
 
1. De ouders zullen 4 maal per jaar uitgebreid overleggen; namelijk op de eerste woensdag van september, december, maart (zeker als er een vraag is om van school te veranderen) en juni (of: en in juni binnen de week na de bekendmaking van het schoolrapport, bij voorkeur op de dag na de bekendmaking).
 
2. De agendapunten voor dit overleg zijn:
• school en studies
• gezondheid
• gedrag en emoties van het kind
• verhouding tussen kind en ouders
• het verloop van overgangsmomenten
• de manier waarop informatie wordt uitgewisseld
• vrijetijdsactiviteiten
• naschoolse opvang
• verblijfsregeling: komende vakanties en feestdagen, andere
• kostenregeling: buitengewone gezamenlijke kosten, aankoop van voorwerpen die gemeenschappelijk gebruikt worden, andere
• tv, voeding, snoep, eetgewoonten, zakgeld
• telefoongebruik; o.a. kosten gsm
andere
 
3. Het jaarlijkse ouderoverleg in juni wordt gestructureerd door een ouderschapsbemiddelaar. De agendapunten voor dit overleg zijn:
• een evaluatie van de verblijfsregeling
• een evaluatie van de kostenregeling
• de studierichting voor het komende schooljaar
 
4. Het overleg heeft plaats in afwezigheid (of aanwezigheid) van het kind. (Vóór elk overleg verkent elke ouder apart de meningen van het kind over de onderwerpen van het overleg (behalve over de kostenregeling). Hoewel het kind geen beslissingen neemt, houden de ouders wel rekening met zijn mening.)
 
5. Het overleg heeft plaats in afwezigheid (of aanwezigheid) van eventuele nieuwe partners. (Vóór elke overleg verkent elke ouder apart de mening van zijn nieuwe partner over de onderwerpen van het overleg. Hoewel een nieuwe partner geen beslissingen neemt, houden de ouders wel rekening met zijn/haar mening.)
 
6. De ouders maken elk om beurt een schriftelijk verslag van elke overleg. Zij bezorgen elkaar zo snel mogelijk dit verslag.
 
7. Op het einde van elk overleg overlopen de ouders de gemaakte afspraken. Een ouder tikt ze uit en mailt de tekst naar de andere ouder. Elke ouder bewaart alle afspraken met datum in een bestandenmapje 'ouderschapsafspraken'.
 
8. Wanneer een overleg niet in de afgesproken periode doorgaat, stelt moeder/vader een nieuwe datum voor: twee weken later. Als de overleg dan nog niet doorgaat, kan moeder/vader (of elke ouder) een dringende noodzakelijke beslissing (bijvoorbeeld schoolkeuze) alleen nemen, met het vermoeden van instemming van de andere ouder. De ouders brengen elkaar zo snel mogelijk op de hoogte van een genomen beslissing. Deze regel geldt niet wanneer het ouderoverleg niet kon doorgaan door overmacht; bijvoorbeeld door ongeval of ziekte.
 
Regelmatig kort overleg
 
9. De ouders overleggen ongeveer een half uur op de eerste dinsdagavond van elke maand. Het overleg gebeurt via mail of telefonisch of, bij wederzijds akkoord, bij een ontmoeting.
 
10. Op de avond van een verblijfsovergang kan de ene ouder de andere opbellen of mailen voor kort overleg over dagelijkse beslissingen.
 
11. Op de avond vóór een verblijfsovergang kan de ene ouder de andere kort per mail informeren over dagelijkse gebeurtenissen en kort overleggen over dagelijkse beslissingen. De ouders geven elkaar informatie of stellen vragen over school en studies (bijvoorbeeld: Wie gaat naar het komende schooloverleg? Gaan we samen? Elk apart? Gaat een van beiden?), gezondheid (bijvoorbeeld: diagnose, ziekteverloop, medicatie), vrijetijdsactiviteiten, gedrag, opvoeding. Bij deze mails versturen zij als bijlage een verslagje van het ouderoverleg. (Via mailing op deze momenten overleggen de ouders over gezamenlijke kosten.)
 
12. Elke woensdag kan de ene ouder de andere kort telefonisch informeren over dagelijkse gebeurtenissen en kort overleggen over dagelijkse beslissingen. De ouders geven elkaar informatie (bijvoorbeeld een verslagje van een ouderoverleg) of stellen vragen over school (Wie gaat naar het komende schooloverleg? Samen? Apart? Een van beiden?), gezondheid, vrijetijdsactiviteiten, gedrag, opvoeding, diagnose, ziekteverloop, medicatie.
 
Veranderingen voorzien
 
13. Wanneer de toestand van het kind door nieuwe en nu niet te voorziene omstandigheden verandert, kunnen de ouders in onderling overleg alle afspraken over het kind veranderen. Zij maken dan een nieuwe schriftelijke overeenkomst die zij dateren en beiden ondertekenen. De nieuwe overeenkomst vervangt de bestaande overeenkomst. De ouders beschouwen deze nieuwe ouderschapsovereenkomst als bindend.
 
14. De ouders kunnen samen, in overleg, de verblijfsregeling en de kostenregeling aan nieuwe omstandigheden aanpassen.
 
Intentieverklaringen
 
15. De ouders stimuleren het kind om een goede verhouding uit te bouwen met de andere ouder en diens familie.
 
16. De ouders stimuleren contact van het kind met de grootouders.
 
17. De ouders stimuleren het kind om beleefd om te gaan met een eventuele nieuwe partner van de andere ouder.
 
18. Zodra een nieuwe partner een actieve rol in de zorg voor het kind opneemt, komt er een gesprek met deze partner en met de andere ouder. In dit gesprek wordt kennis gemaakt en wordt eventueel besproken hoe de totale zorg constructief verder kan verlopen.
 
19. De ouders doen, in aanwezigheid van het kind, geen vernietigende uitspraken over de andere ouder, de grootouders en de eventuele nieuwe partner.
 
20. De ouders stimuleren het kind om deel te nemen aan de schoolfeesten.
 
21. De ouders brengen de school, de huisarts en andere deskundigen op de hoogte van deze ouderschapsovereenkomst. Deskundigen geven alle informatie aan beide ouders; bijvoorbeeld een schoolrapport of een diagnose. Beide ouders kunnen, op eenvoudig verzoek, alle informatie over studies, gezondheidsproblemen en gedragsproblemen krijgen. Beide ouders kunnen alle schoolvergaderingen en bijzondere medische of opvoedkundige raadplegingen bijwonen. De ouders brengen elkaar zo snel mogelijk op de hoogte van een komende schooloverleg.
 
22. De ouder bij wie het kind verblijft op de datum van een schooloverleg (bijvoorbeeld gesprek met de leerkracht) of een medische of opvoedkundige raadpleging, zorgt voor aanwezigheid. Deze ouder kan ofwel zelf gaan ofwel aan de andere ouder vragen om te gaan.
 
23. De ouders organiseren hun tijd zodanig dat zij zelf zoveel mogelijk persoonlijk voor het kind zorgen in de periode dat het kind bij hen verblijft.
 
24. De ouders zorgen ervoor dat het kind, tijdens de verblijfsperiode bij hen, op vaste tijdstippen naar de andere ouder kan mailen: elke dag, uur en duur.
 
25. Het kind mag, bij verblijf bij een ouder, binnen redelijke grenzen telefoneren en mailen naar de andere ouder.
 
26. De ouder die met een bepaalde medische behandeling begon, is verantwoordelijk voor de opvolging. Dit betekent, bijvoorbeeld, dat de ouder die een behandeling voor een beugel bij de tandarts start, in overleg met de andere ouder alle afspraken regelt; indien mogelijk zodanig dat de consultaties bij de tandarts/orthodontist in die periode gebeuren waarin het kind bij de verantwoordelijke ouder verblijft.
 
27. Wanneer een ouder enkele dagen met meer dan één (of twee of meer) overnachting(en) met het kind weggaat (naar een uitzonderlijke bestemming; bijvoorbeeld de Ardennen of het buitenland), dan zal deze ouder de andere ouder vóór het vertrek hierover informeren. De vertrekkende ouder is bereikbaar via gsm of een plaatselijk telefoonnummer. Er wordt alleen contact opgenomen voor dringende ernstige omstandigheden.
 
28. De ouder bij wie het kind tijdens het weekend verblijft, is verantwoordelijk voor het huiswerk voor maandag.
 
29. De ouders kiezen voor een school in stad. De ouders wonen, in de mate van het mogelijke, op maximum 50 km afstand van stad.
 
30. Vanaf datum verblijft het kind als volgt bij de grootouders: regeling.
 
31. Als een ouder overlijdt, dan zorgt de andere ouder ervoor dat het kind regelmatig bij de familie van de overleden ouder (en bij zijn meter en peter) verblijft. Deze ouder overlegt met de betrokkenen over de concrete verblijfsmomenten. De ouders denken nu aan minimaal één (of ander aantal) maal per maand voor een bezoek aan de grootouders of tante of oom (en minimum om de twee (of ander aantal) maanden een bezoek aan meter en peter).