Menigsverschil over de kostenregeling

Veranderingen voorzien

 

1. Als beide ouders een nieuwe, gedateerde en schriftelijke overeenkomst over de kostenregeling ondertekenen, dan vervalt de vorige kostenregeling. De ouders beschouwen de nieuwe kostenregeling als bindend.

 

2. De ouders kunnen de lijsten van de aparte en van de gezamenlijke kosten aanpassen. Een nieuwe, schriftelijke, gedateerde en door beide ouders ondertekende lijst vervangt de lijst uit de voorgaande overeenkomst. De ouders beschouwen de nieuwe lijst als bindend.

 

3. Op eenvoudig verzoek van een ouder vragen de ouders aan de familierechtbank om hun nieuwe kostenregeling te bekrachtigen. Elke ouder betaalt in voorkomend geval de helft van de procedurekosten.

 

Nieuwe verblijfsregeling

 

4. Wanneer de feitelijke verblijfsregeling verandert, passen de ouders op de eerstkomende bijeenkomst de kostenregeling aan. Een verandering van de verblijfsregeling waardoor de kostenregeling zeker ook verandert, betekent beschrijving van de minimale verandering. De kostenregeling wordt als volgt aangepast aan de nieuwe verblijfsregeling: regels.

 

5. (hoofdverblijf bij moeder) Wanneer de feitelijke verblijfsregeling verandert (geen hoofdverblijf meer bij moeder), dan passen de ouders in de eerstkomende ouderoverleg de kostenregeling als volgt aan. Als het kind hoofdverblijf krijgt bij vader in plaats van bij moeder, dan blijft dezelfde kostenregeling behouden, maar met omgekeerde rollen: Vader heeft het kind fiscaal ten laste en moeder betaalt fiscaal aftrekbaar onderhoudsgeld voor het kind (met de volgende aanpassing: beschrijving). Als het verblijfsco-ouderschap wordt, dan geldt de volgende regeling: beschrijving. De nieuwe kostenregeling begint vanaf 1 januari eerstkomend.

 

6. (verblijfsco-ouderschap) Wanneer de feitelijke verblijfsregeling verandert (geen verblijfsco-ouderschap meer), dan passen de ouders op de eerstkomende bijeenkomst de kostenregeling als volgt aan: de ouder bij wie het kind in de praktijk hoofdverblijf heeft, betaalt alle gezamenlijke kosten. Vanaf de maand die volgt op de maand waarin de bijeenkomst plaatsheeft, kan deze ouder beschikken over de kinderbijslag en over een bijdrage (fiscaal aftrekbaar onderhoudsgeld of bijdrage in onderhoud) van de andere ouder. Deze bijdrage van de andere ouder bedraagt minimum 1/10de van haar/zijn officiële maandelijks netto-inkomen. Vanaf het volgende jaar zal de ouder bij wie het kind in de praktijk hoofdverblijf heeft, het kind fiscaal ten laste hebben en zal de andere ouder fiscaal aftrekbaar onderhoudsgeld betalen, tenzij de ouders hierover een andere, door beiden ondertekende en gedateerde schriftelijke overeenkomst maken.

 

7. Het bedrag aan onderhoudsgeld voor het kind betaald door moeder/vader, verhoogt in de periode waarin het kind in de schoolperiodes feitelijk meer dan 2/3 (of 90% of andere beschrijving van de verhoging van de verblijfstijd bij vader/moeder) van de tijd bij vader/moeder verblijft. De verhoging wordt als volgt berekend: berekeningsmethode.

 

8. Wanneer het kind in schoolperiodes feitelijk alle schooldagen bij moeder/vader verblijft en beurtelings een weekend bij moeder en vader, en in de schoolvakanties (kerst-, plus paas, plus herfst-, plus krokusvakantie) 5 weken bij vader/moeder verblijft, dan betaalt vader/moeder bedrag euro aan onderhoudsgeld.

 

9. Wanneer het kind feitelijk (in schoolperiodes) tussen 70% en 90% van de tijd bij vader/moeder verblijft, dan betaalt moeder/vader bedrag euro voor onderhoudsgeld aan vader/moeder (los van het inkomen van moeder/vader of naargelang het inkomen van moeder/vader). Wanneer het kind feitelijk (in schoolperiodes) 90% van de tijd bij vader/moeder verblijft, dan betaalt moeder/vader bedrag euro voor onderhoudsgeld aan vader/moeder (los van het inkomen van moeder/vader of naargelang het inkomen van moeder/vader). Het kind heeft dan zijn officiële adres bij vader/moeder. Vader/moeder heeft het kind dan fiscaal ten laste. Vader/moeder ontvangt dan de kinderbijslag. Vader/moeder betaalt dan alle gewone gezamenlijke kosten.

 

10. Wanneer de feitelijke verblijfsregeling verandert, dan blijft de kostenregeling voor dat jaar onveranderd. De kostenregeling (het officiële adres van het kind, de ouder die het kind fiscaal ten laste heeft, de ouder die onderhoudsgeld voor het kind betaalt) verandert pas vanaf januari van het volgende kalenderjaar.

 

11. Wanneer het kind meer tijd dan afgesproken in de ouderschapsovereenkomst bij vader/moeder verblijft (bijvoorbeeld in vakantieperiodes), dan blijft de kostenregeling onveranderd. Moeder/vader blijft de gezamenlijke kosten betalen. Vader/moeder blijft hetzelfde bedrag aan onderhoudsgeld voor het kind betalen.

 

Andere veranderingen

 

12. Vanaf de maand waarin vader/moeder geen onderhoudsgeld meer betaalt voor kind 1, geldt de volgende kostenregeling voor kind 2: regeling.

 

13. Wanneer het kind niet meer feitelijk (of officieel met hetzelfde officiële adres) samenwoont met moeder/vader, dan stort moeder/vader vanaf de 18de verjaardag van het kind de kinderbijslag plus een eventuele studietoelage plus het onderhoudsgeld dat vader/moeder betaalt voor het kind, op een rekening op naam van het kind. Moeder/vader stort bovendien maandelijks op deze rekening een eigen bijdrage in onderhoud, in verhouding tot haar/zijn inkomen. Het kind betaalt zelf met geld van deze rekening alle gewone gezamenlijke kosten. Wanneer het kind aantoont dat het geld op haar/zijn rekening onvoldoende is voor de betaling van deze kosten, dan betalen de ouders elk de helft van het tekort. De ouders betalen met geld van deze rekening, na overleg en wederzijds akkoord, de buitengewone gezamenlijke kosten (o.a. kosten hogere studies). De bijdrage van de ouders en het gebruik van deze rekening stoppen vanaf de maand waarin het kind geen recht meer geeft op kinderbijslag.

 

14. Op de laatste bijeenkomst vóór de 18de verjaardag van het kind beslissen de ouders of het kind zelf mag beschikken over de kinderbijslag en/of het onderhoudsgeld en/of de bijdrage in onderhoud. Als de ouders hierover geen overeenkomst bereiken, dan blijft de geldende kostenregeling verder lopen.

 

15. Wanneer moeder/vader langer dan één maand niet voor het kind kan zorgen, dan betaalt vader/moeder tijdelijk de gezamenlijke kosten. Moeder/vader schrijft tijdens deze periode elke 15de dag van de maand het onderhoudsgeld van vader/moeder en de kinderbijslag over op rekening nummer van vader/moeder.

 

16. Als een ouder verhuist en op meer dan 40 km van de school (of van de andere ouder) of in het buitenland gaat wonen, dan betaalt deze ouder de volgende kosten: beschrijving, bijvoorbeeld de verhoging van de overgangskosten.

 

Telefoonkosten

 

17. Zodra het kind zelf kan telefoneren, mag het de andere ouder twee maal per week (of dagelijks) opbellen. Gesprekken van langer dan een kwartier (of half uur) worden vanaf het kwartier (of half uur) betaald door de ouder die opgebeld wordt. De terugbetaling gebeurt binnen de week, na voorlegging van een gedetailleerde factuur van de telecomoperator (met duidelijke beschrijving van de telefoons naar het telefoonnummer van de andere ouder).

 

18. Elke ouder betaalt alle telefoonkosten van de door hem/haar voor het kind gekochte gsm. Als het kind bij vader/moeder met de gsm gekocht door moeder/vader telefoneert naar moeder/vader, dan betaalt moeder/vader de telefoonkosten. Als het kind bij moeder/vader met de gsm gekocht door moeder/vader telefoneert naar vader/moeder, dan betaalt moeder/vader de telefoonkosten.

 

Praktische afspraken

 

19. De ouders zorgen ervoor dat het voor het kind beschikbare geld (kinderbijslag, belastingvoordelen, eventuele studietoelage, fiscaal aftrekbaar onderhoudsgeld en bijdrage in onderhoud) gebruikt wordt voor een ruime ontwikkeling van het kind: enkele voorbeelden.

 

Afdwingbaar maken kostenregeling meerderjarig kind

 

20. Gezien de meerderjarigheid van het kind is er geen gezags- en verblijfsregeling. De ouders komen de volgende kostenregeling overeen: regeling.

 

21. De ouders zullen wanneer aan de familierechtbank vragen om hun afspraken in dzeze onderhandse overeenkomst over het onderhoudsgeld van hun meerderjarig kind naam te bekrachtigen, en daardoor afdwingbaar te maken.

 

Wanbetaling van onderhoudsgeld (zie ook Vragen over geldzaken )

 

22. Ingeval vader/moeder zijn/haar verbintenis inzake de betaling van kinderalimentatie niet zou naleven, verklaart hij/zij aan moeder/vader, die aanvaardt, afstand te doen van de wedden en van alle bedragen die hem/haar, onder welke titel ook, verschuldigd zijn of zouden zijn. Hiertoe geeft hij/zij aan moeder/vader de macht om ze te innen en te gebruiken voor de betaling van de door hem/haar verschuldigde bedragen. De afstand van deze bedragen zal gebeuren op kosten van de ouder die niet heeft betaald. Hij/zij verbindt er zich toe op elk verzoek van moeder/vader het bewijs van zijn/haar inkomsten te leveren en machtigt zijn/haar werkgever alle nuttige inlichtingen aan moeder/vader te geven, indien hij/zij achterstand heeft inzake betaling van het onderhoudsgeld.

 

23. Vader/moeder machtigt moeder/vader om het achterstallig bedrag aan onderhoudsgeld op kosten van vader/moeder die onderhoudsgeld verschuldigd is, door derden-schuldenaars van de niet-betalende vader/moeder, te doen overschrijven op de rekening van moeder/vader, samen met en bovenop het in de toekomst verschuldigde onderhoudsgeld, maar met de volgende beperking: vader/moeder behoudt per maand een bedrag gelijk aan het leefloon dat vader/moeder zou ontvangen volgens de geldende OCMW-regeling. Vader/moeder verbindt zich ertoe om op eerste verzoek aan moeder/vader het bewijs van zijn/haar inkomsten te geven. Vader/moeder machtigt hierbij ook zijn/haar werkgever of uitbetalingsinstelling om alle nuttige informatie aan moeder/vader mee te delen.

 

24. Mijnheer machtigt mevrouw om het achterstallig bedrag onderhoudsgeld op kosten van mijnheer door derden-schuldenaars van mijnheer, te doen overschrijven op de rekening van mevrouw, samen met en bovenop het in de toekomst verschuldigde onderhoudsgeld. Mijnheer verbindt zich ertoe om op eerste verzoek aan mevrouw het bewijs van zijn inkomsten te geven. Hij machtigt hierbij ook zijn werkgever of uitbetalingsinstelling om alle nuttige informatie aan mevrouw mee te delen.

 

25. Mijnheer machtigt mevrouw om het achterstallig bedrag onderhoudsgeld op kosten van mijnheer door derden-schuldenaars van mijnheer, te doen overschrijven op de rekening van mevrouw, samen met en bovenop het in de toekomst verschuldigde onderhoudsgeld, maar met de volgende beperking: mijnheer behoudt per maand een bedrag gelijk aan het leefloon dat mijnheer zou ontvangen volgens de geldende OCMW-regeling. Mijnheer verbindt zich ertoe om op eerste verzoek aan mevrouw het bewijs van zijn inkomsten te geven. Hij machtigt hierbij ook zijn werkgever of uitbetalingsinstelling om alle nuttige informatie aan mevrouw mee te delen.

 

26. Bij wanbetaling van het onderhoudsgeld (of bijdrage in onderhoud) betaalt de nalatige ouder een nalatigheidsintrest. Wanneer de ouder het afgesproken bedrag laattijdig betaalt; namelijk meer dan twee maanden te laat, dan moet deze ouder zonder schriftelijke of mondelinge ingebrekestelling (aanmaning), een nalatigheidsintrest van percentage (de wettelijke intrest in 2016 bedroeg in 2,25% per jaar) wanneer en hoe betalen, per dag vertraging, vanaf de dag dat de ouder normaal moet betalen tot de dag dat deze ouder werkelijk betaalt.

 

27. Bij wanbetaling van het onderhoudsgeld voor het kind doet vader/moeder, ten belope van het onbetaalde bedrag, afstand van alle wedden en/of bedragen (vervangingsinkomen of andere sommen; bijvoorbeeld tegoed van de belastingen) die men vader/moeder ter welke titel ook verschuldigd is. Een wanbetaling betekent dat vader/moeder twee maanden niet of een onvoldoende bedrag heeft overgeschreven op de rekening van moeder/vader (of de kindrekening). Als het nodig is, kan moeder/vader dit bedrag op kosten van vader/moeder rechtstreeks van de werkgever of uitbetalingsorganisatie (bijvoorbeeld RVA of RIZIV of FPD) of schuldenaar (bijvoorbeeld de belastingen) van vader/moeder doen overschrijven op rekening nummer van moeder/vader. Vader/moeder zal, op eerste verzoek van moeder/vader, het bewijs van zijn/haar inkomsten voorleggen. De werkgever of uitbetalingsorganisatie of schuldenaar van vader/moeder moet op eenvoudig schriftelijk verzoek van moeder/vader alle nuttige informatie aan moeder/vader meedelen.

 

28. (onderhoudsgeld en bijdrage in onderhoud op kindrekening) Bij wanbetaling van het onderhoudsgeld voor het kind of van de bijdrage in onderhoud, doet de nalatige ouder ten belope van het onbetaalde bedrag afstand van alle wedden en/of bedragen (vervangingsinkomen of andere sommen; bijvoorbeeld tegoed van de belastingen) die men hem of haar ter welke titel ook verschuldigd is. Wanbetaling betekent dat de ouder twee maanden niet of een onvoldoende bedrag heeft overgeschreven op de kindrekening. Als het nodig is, kan de andere ouder dit bedrag op kosten van de nalatige ouder rechtstreeks van de werkgever of uitbetalingsorganisatie (bijvoorbeeld RVA of RIZIV of FPD) of schuldenaar (bijvoorbeeld de belastingen) van de nalatige ouder doen overschrijven op kindrekening nummer. De nalatige ouder zal, op eerste verzoek van de andere ouder, het bewijs van haar/zijn inkomsten voorleggen. De werkgever of uitbetalingsorganisatie of schuldenaar van de nalatige ouder moet, op eenvoudig schriftelijk verzoek van de andere ouder, alle nuttige informatie aan de andere ouder meedelen.

 

29. Bij inkomstenoverdracht behoudt de nalatige ouder maandelijks altijd minimum een bedrag dat overeenkomt met het leefloon van een alleenstaande (of dat deze ouder overeenkomstig zijn gezinssituatie - als alleenstaande of samenwonende al dan niet met gezinslast - zou ontvangen) volgens de geldende OCMW-regeling.

 

30. Bij inkomstenoverdracht mogen de opgenomen maandelijkse bedragen niet hoger zijn dan het maandelijkse bedrag aan onderhoudsgeld.

 

31. Binnen de maand na een eventuele inkomstenoverdracht vergaderen de ouders, met de hulp van een ouderschapsbemiddelaar, om de kostenregeling te bespreken. Zij bespreken de inkomstenoverdracht en de eventuele noodzaak om de kostenregeling te veranderen. Beide ouders betalen de helft van de kosten voor de ouderschapsbemiddelaar.

 

32. In een eventuele periode waarin onderhoudsgeld (of bijdrage in onderhoud) via inkomstenoverdracht betaald wordt, verandert de kostenregeling als volgt: regeling.