Een bezoekruimte

Als het contact tussen een kind en een ouder ernstig verstoord of verbroken is, kan een rechter verwijzen naar een bezoekruimte. Ouders kunnen ook op eigen initiatief een beroep doen op een bezoekruimte. Een bezoekruimte biedt begeleiding met het oog op contactherstel. De rechter brengt de bezoekruimte niet op de hoogte van zijn verwijzing. De ouders of hun advocaten moeten in elk geval zelf de bezoekruimte contacteren voor een eerste gesprek.


Een begeleiding start als beide ouders akkoord gaan, als het contact tussen een ouder en een kind in die mate verstoord is dat begeleiding nodig is, als de ouders binnen hun eigen netwerk die begeleiding niet vinden, en als het mogelijk is om te evolueren naar een zelfstandige bezoekregeling.


De begeleiding begint met een apart gesprek met vader, met moeder, en met het kind. De ouders en het kind maken kennis met de begeleiders en met de ruimte. De bezoeken hebben plaats in een kindvriendelijke kamer en tuin met speelgoed.


De ouders maken met de bezoekruimte een schriftelijke overeenkomst over de eerste drie bezoeken. Na drie bezoeken is er een evaluatiegesprek met vader, met moeder, en met het kind. Dan kan een nieuwe overeenkomst gemaakt worden voor de volgende drie bezoeken met evaluatie.

 
Begeleiding door een bezoekruimte is altijd tijdelijk. Het is een oefenperiode in de richting van een bezoekregeling die de ouders zelf kunnen beheren. In de evaluatiegesprekken probeert de begeleider met de ouders stappen te zetten in de richting van een zelfstandige omgangsregeling: de bezoeken duren langer en/of meer personen nemen deel aan het bezoek en/of een deel van het bezoek heeft buiten de bezoekruimte plaats.


De bezoekruimte rapporteert aan de rechter hoe de bezoeken evolueren. De ouders krijgen een kopie van deze rapportage.


Niet enkel ouders maar ook grootouders of pleegouders of adoptieouders of zorgouders kunnen beroep doen op een bezoekruimte, evenals broers en zussen.