Hoe beslist de rechter bij verblijfsco-ouderschap

Bij verblijfsco-ouderschap nemen sommige rechters duidelijke beslissingen over de kostenregeling. Zij beslissen bijvoorbeeld dat één ouder de kosten beheert en de andere ouder onderhoudsgeld betaalt aan de ouder die de kosten beheert. Of zij verplichten de ouder met het hoogste inkomen tot betaling van onderhoudsgeld voor het kind, aan de ouder met een lager inkomen.


Bij verblijfsco-ouderschap nemen vele rechters geen of een onduidelijke beslissing over de kostenregeling. Of ze nemen een beslissing die voor de ouders niet optimaal is wat betreft belastingvoordeel. Zij beslissen bijvoorbeeld dat geen enkele ouder onderhoudsgeld moet betalen. Of zij doen geen uitspraak over belastingvoordelen. Zij bepalen niet wie het kind fiscaal ten laste heeft. Zij bepalen niet of er al dan niet fiscaal co-ouderschap is. Zij bepalen ook niet wie de kosten moet beheren.

 

Soms lijken rechters bij verblijfsco-ouderschap de volgende redenering te volgen: Ouders hebben evenveel verblijfstijd dus moeten ze evenveel geld uitgeven en dus krijgen ze voor hun kind evenveel geld. Dus moet geen enkele ouder aan de andere ouder onderhoudsgeld betalen. Zij beheren elk apart dezelfde kosten.


Als een rechter beslist tot verblijfsco-ouderschap zonder uitspraak over de kostenregeling (de rechter beslist niet tot onderhoudsgeld noch tot fiscaal co-ouderschap) dan kan één ouder nadien om fiscaal co-ouderschap vragen. Dit betekent dat één ouder het kind fiscaal ten laste heeft, en dat het belastingvoordeel door 'kind fiscaal ten laste' verdeeld wordt tussen de ouders. Elke ouder krijgt de helft. De ouders mogen geen beroep meer doen op belastingvoordeel door het betalen van onderhoudsgeld.


Deze redenering houdt geen rekening met het feit dat er aparte en gezamenlijke kosten zijn. Aparte kosten zijn verbonden aan de verblijfsregeling. Gezamenlijke kosten hebben niets met de verblijfsregeling te maken. Wie betaalt met welk geld de gezamenlijke kosten? Gezamenlijke kosten worden meestal betaald met een bijdrage van de ene ouder, en onderhoudsgeld van de andere ouder. Niet bepalen wie de kosten beheert, kan bij verblijfsco-ouderschap problemen scheppen. Welke ouder zal met welk geld de gezamenlijke kosten betalen die niets met de verblijfsregeling te maken hebben?
Geen onderhoudsgeld betalen, is voor apart wonende ouders meestal fiscaal niet interessant.

 

Onderhoudsgeld voor het kind geeft immers een groot belastingvoordeel aan de betaler zonder belastingnadeel voor de ontvanger. Meer informatie hierover leest u onder Fiscaal co-ouderschap of onderhoudsgeld?