Alle schoolvakanties

1. Tijdens vakantieperiodes verblijft het kind evenveel bij moeder en vader. De eerste helft van de zomer-, kerst-, paas-, herfst- en krokusvakantie verblijft het kind bij vader/moeder. De tweede helft van deze vakantieperiodes verblijft het kind bij moeder/vader. Een vakantieperiode begint op de laatste officiële schooldag na schooltijd en eindigt op de dag vóór de eerste schooldag, om 19u00. De overgang in het midden van de zomervakantie gebeurt op 31 juli om 19u00. De overgang in het midden van de kerst- en paasvakantie gebeurt op zaterdag om 19u00. De overgang in het midden van de herfst- en de krokusvakantie gebeurt op dinsdag om 19u00.

 

2. In de zomervakantie, de kerst- en paasvakantie, de herfst- en krokusvakantie blijft de verblijfsregeling een week/een week doorlopen. Op feestdagen en op schoolvrije dagen verblijven de kinderen bij die ouder bij wie ze normaal verblijven.

 

3. De verblijfsregeling van de schoolperiode blijft in alle vakantieperiodes verder lopen (eventueel met de volgende aanpassing: beschrijving).

 

4. De weekendregeling van de schoolperiode (afwisselend een weekend bij moeder en vader) blijft in de vakantieperiodes verder lopen.

 

5. De weekendregeling van de schoolperiode (afwisselend een weekend bij moeder en vader) blijft in de vakantieperiodes verder lopen. Op weekdagen in vakantieperiodes verblijft het kind als volgt bij moeder en vader: regeling.