Regelingen aanpassen aan omstandigheden

Regelingen aangepast aan de werksituatie

 

1. In principe verblijft het kind evenveel bij vader en moeder. Door de werkomstandigheden van vader/moeder is dit praktisch niet mogelijk. Het kind verblijft meer bij moeder/vader. Het is de bedoeling dat het kind zoveel mogelijk bij vader/moeder verblijft. Het kind verblijft op alle rustdagen (uit het vierploegenstelsel) bij vader/moeder. Moeder en vader bepalen deze verblijfsperiodes aan de hand van het jaarlijkse werkschema van vader/moeder. Vader/moeder zal dit schema elk jaar ten laatste eind november aan moeder/vader doorgeven.

 

2. De verblijfsregeling wordt bepaald door de werkuren van vader en moeder.
Tijdens week 1 verblijft het kind bij vader/moeder van zondag 18u30 tot vrijdag 17u30 en bij moeder/vader van vrijdag 17u30 tot zondag 18u30.
Tijdens week 2 verblijft het kind bij vader/moeder van zondag 18u30 tot de volgende week maandag 8u30.

 

In week 3 verblijft het kind bij moeder/vader van maandag 8u30 tot vrijdag 17u30 en bij vader/moeder vanaf vrijdag 17u30.
In week 4 verblijft het kind bij vader/moeder tot de volgende vrijdag om 17u30 en bij moeder/vader van vrijdag 17u30 tot zondag 18u30.
Dan begint week 1 opnieuw.

 

3. De verblijfsregeling wordt bepaald door de werkuren van moeder en vader. Vader/moeder werkt van 's middags tot 's avonds. Moeder/vader werkt van 's morgens tot 16u00. Het kind overnacht meestal bij vader/moeder. 's Morgens vertrekt het kind van bij vader/moeder naar school. Na schooltijd gaat het kind naar moeder/vader. Vader/moeder haalt het kind, na het werk, op bij moeder/vader.

 

4. In de zomervakantie verblijft het kind in principe evenveel tijd bij moeder en vader. De verblijfsregeling wordt bepaald door de verlofregeling van moeder/vader. Als moeder/vader vóór 30 januari aan vader/moeder geen schriftelijke door moeder/vader ondertekende en gedateerde regeling voor de zomervakantie heeft gegeven, dan geldt de hierboven in de clausules nummers beschreven verblijfsregeling. Als de werkomstandigheden van moeder/vader niet meer noodzaken dat de regeling wordt afgestemd op de verlofregeling van moeder/vader, dan geldt clausule nummer of andere regeling.
5. Beide ouders verblijven regelmatig om professionele redenen in het buitenland. De ouder die als eerste een bepaalde professionele verblijfsperiode aan de andere ouder meedeelt, heeft voorrang: de andere ouder zal in die periode het kind opvangen. Gedurende deze periode is de hoofdverblijfplaats van het kind bij de andere ouder. De ouders streven ernaar dat het kind in de loop van een kalenderjaar (van januari tot januari) evenveel dagen (hoofd)verblijf heeft bij elke ouder.

 

6. Als een ouder vader/moeder professioneel in het buitenland verblijft, dan wordt het verblijfsco-ouderschap feitelijk tijdelijk onderbroken waardoor moeder/vader extra kosten moet betalen voor aparte uitgaven. Binnen de week na thuiskomst betaalt vader/moeder cash aan moeder/vader als vergoeding voor de aparte kosten 10 euro per dag dat moeder/vader voor het kind gezorgd heeft op dagen dat het kind volgens de normale week / week regeling bij vader/moeder zou verblijven. De regeling van een week /een week wordt in principe niet onderbroken. Als vader/moeder bijvoorbeeld thuiskomt in de week dat het kind normaal bij moeder/vader verblijft, dan verblijft het kind pas vanaf de volgende week opnieuw normaal bij moeder/vader.

 

7. Als de werkomstandigheden dit zouden toelaten, dan zouden de ouders verblijfsco-ouderschap (één week/één week) afspreken. Door de huidige werkomstandigheden van vader is verblijfsco-ouderschap niet mogelijk. Zolang vader onregelmatige werkuren heeft, is de verblijfsregeling de volgende: het kind verblijft alle schooldagen bij moeder, en minimum één volledig weekend per maand. Het kind verblijft bij vader minimum één volledig weekend per maand, en op andere weekenddagen dat vader niet moet werken. Vader geeft moeder elke eerste dag van de maand een lijst met zijn werkomstandigheden op weekenddagen van de volgende maand. Hij duidt op deze lijst aan op welke dagen het kind bij moeder en op welke dagen het kind bij vader verblijft. Het volledige weekend dat vader niet moet werken verblijft het kind van vrijdag 19u00 tot zondag 19u00 bij vader. Het weekend 14 dagen later verblijft het kind het volledige weekend bij moeder. Vader duidt aan op welke andere weekenddagen van de volgende maand het kind bij vader zal verblijven van 9u00 tot 19u00. Als de werkomstandigheden van vader tot gevolg hebben dat er 14 dagen liggen tussen de weekend verblijfsperiodes bij vader, dan verblijft het kind bij vader op 1 van de 2 tussenliggende woensdagnamiddagen (waarvoor vader vrij neemt) van na schooltijd tot 19u00.

 

Regelingen aangepast aan de leeftijd van kinderen

 

8. Zolang het kind jonger dan leeftijd is, blijft het kind niet bij vader/moeder overnachten. Vader/moeder ontmoet het kind als volgt in het huis van moeder/vader. Vader/moeder komt elke zaterdag van 12u00 tot 19u00 naar het huis van moeder/vader. Moeder/vader verlaat tijdens deze ontmoetingstijd haar (zijn) huis. Vanaf datum (de aantal verjaardag van het kind) geldt de volgende verblijfsregeling: beschrijving (zie hoger)...

 

9. Tot de leeftijd van leeftijd jaar verblijft het kind in de paas- en kerstvakantie 4 dagen bij vader/moeder. Vader/moeder kiest deze 4 dagen. Als vader/moeder vóór 1 oktober zijn (haar) keuze niet heeft meegedeeld, dan verblijft het kind in de tweede week van de vakantie van dinsdag 10u00 tot vrijdag 18u00 bij vader/moeder. Vanaf jaar kan vader/moeder jaarlijks beslissen dat het verblijf bij vader/moeder wordt uitgebreid tot de volledige tweede week van de paas- en kerstvakantie van zondag 18u00 tot maandag, begin schooltijd.

 

10. Vanaf het schooljaar dat begint in september jaar; namelijk wanneer het kind leeftijd jaar is, wordt de verblijfsregeling als volgt aangepast: beschrijving.

 

11. Tot de 6de verjaardag van het kind verblijft het kind in de zomervakantie afwisselend één week bij vader en moeder. Vanaf jaar geldt de volgende verblijfsregeling: beschrijving.

 

12. (in de schoolperiodes hoofdverblijf bij moeder/vader) Vanaf het schooljaar dat begint in september jaar; namelijk wanneer het kind 12 jaar is, wordt de verblijfsregeling als volgt aangepast: het kind verblijft per trimester een volledige schoolweek bij vader/moeder. Deze week sluit aan bij een weekend waarin het kind bij vader/moeder verblijft. Vader/moeder bepaalt welke weken het kind bij hem/haar verblijft. Vader/moeder deelt moeder/vader ten laatste op 1 september schriftelijk mee tijdens welke week van het eerste semester het kind bij hem/haar verblijft. Vader/moeder deelt moeder/vader ten laatste op 1 januari schriftelijk mee tijdens welke week van het tweede semester het kind bij hem/haar verblijft. Vader/moeder deelt moeder/vader ten laatste op 1 april schriftelijk mee tijdens welke week van het derde semester het kind bij hem/haar verblijft.

 

Regelingen aanpassen aan de ziekte van kinderen

 

13. Wanneer het kind ziek is en niet naar school kan gaan, dan zorgt de ouder bij wie het kind verblijft voor opvang. De gewone verblijfsregeling wordt niet onderbroken.

 

14. Wanneer het kind ernstig ziek is (d.w.z. minstens een week niet naar school kan gaan), dan verblijft het kind op schooldagen en gedurende het weekend bij moeder/vader. Dit weekend bij moeder/vader wordt onmiddellijk na de ziekte gecompenseerd door een verblijf van het kind voor twee (of drie) weekends na elkaar bij vader/moeder. Als het kind langer dan een week en twee weekends ziek is, dan overleggen de ouders over een regelmatig verblijf van het kind bij vader/moeder of bezoek van vader/moeder aan het zieke kind.

 

Regelingen aanpassen via overleg

 

15. De ouders bepalen, in overleg met het kind, een verblijfsregeling voor zowel de school- als de vakantieperiodes. De verblijfsregeling houdt rekening met de werkomstandigheden van de ouders en met de wensen van het kind. Als de ouders en het kind geen overeenkomst bereiken, dan geldt de volgende verblijfsregeling: beschrijving (zie hoger).

 

16. De ouders hebben regelmatig overleg waarin zij samen een verblijfsregeling afspreken naargelang de omstandigheden, o.a. hun werksituatie en/of de leeftijd van het kind.

 

17. Een schriftelijke overeenkomst tussen de ouders over de verblijfsregeling voor het kind is niet aangewezen, gezien de leeftijd van het kind. De ouders zullen regelmatig over het verblijf van het kind overleggen. Zij houden rekening met de werkomstandigheden van de ouders en met de bekommernissen van het kind. Momenteel verblijft het kind hoofdzakelijk bij moeder/vader en elk weekend van vrijdag 18u30 tot zaterdag 20u00 bij vader/moeder.

 

18. Vanaf de leeftijd van 16 jaar gebeurt dit overleg in aanwezigheid van het kind (of van de kinderen). De ouders houden rekening met de bekommernissen van het kind. Als er na twee overlegmomenten geen overeenkomst is die door beide ouders en het kind aanvaard wordt, dan maakt vader in mei een afspraak voor de ouders met een ouderschapstherapeut. Elke ouder betaalt de helft van de kosten voor deze therapeut.

 

Schoolperiodes

 

19. Elk jaar leggen de ouders tijdens het overleg van maart de verblijfsregeling voor het komende schooljaar (van begin september tot eind juni) vast. Als er op de tweede woensdag van april geen door beide ouders ondertekende en gedateerde schriftelijke overeenkomst is, dan geldt voor het komende schooljaar de volgende verblijfsregeling: beschrijving (zie hoger).

 

20. Vader/moeder kan de kinderen van school halen en onmiddellijk naar vader/moeder brengen. Telkens hij/zij dat van plan is, overlegt hij/zij minimaal 1 dag op voorhand naar vader/moeder om hem/haar hiervan op de hoogte te brengen.

 

Vakantieperiodes

 

21. Elk jaar leggen de ouders tijdens het overleg van juni de verblijfsregeling voor de komende herfstvakantie vast. Tijdens het overleg van september leggen de ouders de verblijfsregeling voor de komende kerstvakantie en krokusvakantie vast. Tijdens het overleg van december leggen de ouders de verblijfsregeling voor de komende paasvakantie vast. Op het overleg van maart leggen de ouders de verblijfsregeling voor de komende zomervakantie vast. Als er op de tweede woensdag van de maand die volgt op het overlegmoment geen door beide ouders ondertekende en gedateerde schriftelijke overeenkomst is, dan geldt voor de komende vakantieperiode de volgende verblijfsregeling: beschrijving (zie hoger).

 

22. Als de ouders vóór 31 maart geen door beide ouders ondertekende en gedateerde schriftelijke overeenkomst over de verblijfsregeling voor de komende zomervakantie hebben, dan geldt de volgende verblijfsregeling: beschrijving (zie hoger).

 

23. In de zomervakantie blijft de gewone regeling een week/een week doorlopen, tenzij een ouder vóór 1 juni meedeelt dat hij/zij wil dat het kind tijdens de zomervakantie een aaneensluitende periode van twee of drie weken bij hem/haar verblijft. In dat geval verblijft het kind voor dezelfde langere periode bij beide ouders. Als de ouders vóór 1 juni geen door beide ouders ondertekende en gedateerde schriftelijke overeenkomst over de data van deze periodes hebben, dan geldt de volgende verblijfsregeling: beschrijving (zie hoger).