Vijf trajecten om familiezaken te regelen

Home > Informatie      

Familiezaken zijn goederen (voorwerpen, geld en huis) en/of ouderschap. Als u apart gaat wonen, moet u familiezaken regelen. Een van u beiden kan niet alleen over de familiezaken beslissen. U beslist beiden samen, of een rechter beslist.


Als u zelf beslist dan moet er onderhandeld worden. Onderhandelen gebeurt in een onderhandelingsprocedure. Onderhandelen betekent tot regelingen proberen te komen waarmee de onderhandelaars akkoord gaan. U kunt zelf onderhandelen. Dat is slechts mogelijk als u beiden zelf wil en kan onderhandelen. Als u niet zelf wil of kan onderhandelen dan kunt u elk een advocaat nemen om in uw plaats te onderhandelen. De twee advocaten onderhandelen dan met elkaar. U kan ook de hulp van een gespecialiseerd rechter inroepen om met sturing van deze schikkingsrechter tot een akkoord te komen in de kamer voor minnelijk schikking.


Als een rechter beslist, dan moet er gepleit worden. Pleiten gebeurt in een gerechtelijke procedure. Enkel advocaten kunnen op de rechtbank 'pleiten'. U kan op de rechtbank uw zaak 'bepleiten'. (Be)pleiten betekent de rechter van het eigen gelijk en van het ongelijk van de tegenpartij proberen te overtuigen. U bepleit uw zaak zelf. Of u neemt elk een advocaat om in uw plaats te pleiten. De twee advocaten zijn dan tegenstrevers.


Hoe zal u uw zaken regelen? Via welk van de vijf trajecten

 


U kan overstappen van het ene traject naar het andere traject. Meestal probeert men eerst zelf te beslissen over de familiezaken via het eerste of tweede traject. Als dit niet leidt tot een overeenkomst, laat men een rechter beslissen via het vierde of vijfde traject. Via het derde traject kan u zelf beslissen, met de hulp van een rechter, die niet oordeelt, maar schikt.


In het eerste traject neemt u zoveel mogelijk in eigen handen: u beslist en onderhandelt zelf. In het vijfde traject geeft u het regelen in handen van een rechter en twee advocaten: de rechter beslist en twee advocaten pleiten. In het tweede, derde en vierde traject neemt u het regelen gedeeltelijk in eigen handen. In het tweede traject beslist u zelf en onderhandelen twee advocaten. In het derde traject laat u zich door een rechter in de kamer voor minnelijke schikking bijstaan op de weg naar een akkoord en kiest u er zelf voor om uw advocaten al dan niet te laten deelnemen aan de verzoeningspoging van de rechter. In het vierde traject beslist de rechter en bepleit u zelf uw zaak.


Het eerste, tweede en derde traject zijn geen rechtspraak. Niet een rechter beslist, maar u beslist zelf via onderhandelingen. Een overeenkomst is het resultaat van een beslissing van u beiden samen. In een overeenkomst of minnelijke schikking staan regelingen. Op het einde van het eerste of het tweede traject kunt u het resultaat - uw overeenkomst - laten bekrachtigen door een rechter of door een notaris. De rechter beschrijft op uw verzoek uw overeenkomst in een akkoordvonnis. De notaris beschrijft op uw verzoek uw overeenkomst in een notarisakte. Op het einde van het derde traject heeft u een overeenkomst, die de rechter noteert in een proces-verbaal van minnelijke schikking, maar u kan aan de schikkingsrechter ook een akkoordvonnis vragen. Het vierde en vijfde traject zijn rechtspraak. Een rechter spreekt een (beslissings)vonnis uit. Een (beslissings)vonnis is het resultaat van een beslissing van een rechter. In een vonnis staan regelingen.


Een 'beslissingsvonnis' is geen juridische term. Op de rechtbank spreekt men enkel over 'vonnis' of 'akkoordvonnis' of 'arrest' (soms ook over een 'akkoordarrest'). Een 'vonnis' is een rechterlijke uitspraak waarin een rechter in eerste aanleg zelf beslist. Een 'akkoordvonnis' is een vonnis van de familierechtbank (familiekamer of kamer voor minnelijke schikking) waarin een rechter een overeenkomst tussen partijen in een vonnis giet en dus bekrachtigt. Een 'arrest' is een uitspraak van het hof van beroep, waarin een raadsheer in het hof van beroep zelf beslist. Een 'akkoordarrest' is een arrest van de familiekamer of de kamer voor minnelijke schikking in het hof van beroep waarin een raadsheer de overeenkomst tussen partijen in een arrest giet en dus bekrachtigt.


Elk traject heeft voordelen en nadelen
Hulp van scheidingsprofessionals

 

Download hier de informatiefiches
Een vergadering bij de trajectbemiddelaar
De bemiddelingswet van 21 februari 2005
Informatie over bemiddeling