De rechter hoort het kind

Soms hoort de rechter het kind. In het gesprek met het kind zoekt de rechter aanvullende informatie over de beleving van het kind. De rechter is niet verplicht om het standpunt van het kind te volgen. De rechter volgt niet automatisch de voorkeur van het kind voor een bepaalde verblijfsregeling. En de rechter verandert de verblijfsregeling niet automatisch omdat het kind zegt dat het een van de ouders niet meer wil ontmoeten.

 

Rechters proberen in het gesprek te vermijden dat het kind partij moet kiezen voor moeder of vader. Veel kinderen verwoorden toch een voorkeur voor of een afkeer van een bepaalde ouder. Achter het standpunt van een kind zitten dikwijls ingewikkelde redeneringen.

 

Sofie is 9 jaar. Zij zegt aan de rechter dat ze nooit meer naar mama wil. Sofie heeft een tijdje bij mama gewoond en nu woont ze bij papa. Haar bezorgdheden en wensen zijn:

 

Ik zag en zie mama graag. Toen ik nog bij mama woonde, heb ik mama eens gezegd dat ik moeke (de nieuwe vrouw van papa) graag zie. Toen heeft mama gezegd dat ik dan maar bij moeke moest gaan wonen. Ik denk dat mama mij niet meer graag zag en mij niet meer wou zien, omdat ik ook moeke graag zag en ik haar dat gezegd heb. Mama ziet Marie (mijn zusje) liever dan mij, want Marie moest niet bij moeke gaan wonen. Ik ben bang dat, als ik nu aan papa en moeke zou zeggen dat ik mama graag zie, dat papa en moeke mij dan niet meer graag zullen zien en mij dan zullen wegsturen naar mama. Ik wil niet dat moeke zegt dat ik naar mama moet gaan.

 

Via ingewikkelde redeneringen beslist Sofie dat 'aan de rechter zeggen dat ze niet meer naar mama wil gaan' een oplossing is voor haar probleem. Haar vurigste wens is dat haar ouders stoppen met ruzie maken.

 

Sommige rechters volgden een opleiding om de uitspraken en wensen van kinderen van apart wonende ouders beter te begrijpen. In een onderzoek in Vlaanderen zegden kinderen onder andere: Rechters moeten het kind geloven, en mogen geen domme vragen stellen die er niets mee te maken hebben. Ze mogen ook niet zeggen dat mama of papa woorden in de mond van het kind heeft gelegd.

 

Er bestaat sinds 2014 een specifieke wettelijke regeling voor het horen van minderjarigen in rechtszaken voor de familierechtbank die verband houden met gezag, verblijf en contact. De regels verschillen sterk naargelang uw kind jonger of ouder is dan 12 jaar.

 

Kind van 12 jaar of ouder

 

Uw minderjarig kind dat 12 jaar (of) oud(er) is, moet door de rechter worden ingelicht over zijn recht om gehoord te worden.

 

Dat gebeurt via een informatieformulier met antwoordformulier. Het recht om door de rechter gehoord te worden, staat daarin vermeld, net zoals de manier waarop het onderhoud plaatsvindt en de manier waarop het geweigerd of aanvaard wordt. Het informatieformulier vermeldt ook dat het verslag over het onderhoud bij het dossier van de rechtspleging wordt gevoegd, dat u als ouders er kennis kan van nemen en dat de inhoud van dit verslag tijdens de rechtspleging kan worden gebruikt. Er staat ook in dat de rechter bij het horen niet verplicht is zich te schikken naar de verzoeken van het kind. Dit model van informatieformulier is in een begrijpelijke, laagdrempelige en uitnodigende taal opgesteld.

 

Het informatieformulier wordt gericht aan het adres van beide ouders. Als het kind geplaatst is, gaat het naar het adres waar het kind verblijft. Als het kind niet gedomicilieerd is bij een van zijn ouders, wordt het naar de woonplaats van het kind gestuurd.

 

Gaat uw kind van 12 jaar of ouder in op de uitnodiging om gehoord te worden, dan moet de familierechtbank hem of haar in principe oproepen om op een bepaalde dag en uur te verschijnen. Wettelijk kunnen ouders niet beletten dat hun kind op eigen vraag of op vraag van een rechter gehoord wordt.

 

Het kind mag ook zonder enige verantwoording een gesprek met de rechter weigeren. Het kind mag ook zonder verwittiging niet op het geplande gesprek verschijnen. Als het kind tijdens het gesprek liever niets zegt, dan mag dat. Het kind is niet verplicht te spreken.

 

Onduidelijk is of het kind van 12 jaar of ouder ook moet worden ingelicht over zijn recht gehoord te worden ingeval u als ouders een overeenkomst heeft gesloten omtrent gezag, verblijf of contact. Zo'n overeenkomst is er altijd bij een echtscheiding door onderlinge toestemming. Rechtsgeleerden nemen aan dat de rechtbank geen inlichtingsformulier moet sturen naar het kind van 12 jaar of ouder van wie de ouders een EOT-procedure hebben ingeleid. Dit belet niet dat het kind zelf kan vragen om gehoord te worden. Die vraag kan ook van het openbaar ministerie komen of de rechter kan zelf beslissen dat het kind gehoord moet worden. Hetzelfde geldt ingeval u als ouders aan de familierechtbank in een andere context vraagt om uw overeenkomst inzake gezag, verblijf of contact te bekrachtigen.

 

Kind jonger dan 12 jaar

 

De minderjarige die jonger is dan 12 jaar, moet niet worden geïnformeerd over zijn recht om gehoord te worden, maar kan worden gehoord:
- op zijn eigen verzoek
- op verzoek van het openbaar ministerie
- op verzoek van de rechter of
- op verzoek van één van beide ouders.

 

Enkel in dat laatste geval kan de rechter weigeren de minderjarige te horen, maar hij moet die weigering motiveren. Tegen die weigeringsbeslissing kan niets worden ondernomen.

 

Wordt uw kind jonger dan 12 jaar gehoord, dan wordt hij of zij (die geen inlichtingsformulier moest ontvangen) geïnformeerd over het feit dat u beiden als ouders (partijen in het geding) kennis kunnen nemen van het verslag van dit verhoor.

 

Uitzondering op de verplichting te horen

 

Indien het kind – ongeacht of hij of zij jonger of ouder is dan 12 jaar – in de loop van de procedure al eens gehoord is, zelfs voor een andere rechtbank, dan is de familierechter niet verplicht om in te gaan op het verzoek om gehoord te worden, indien er geen nieuw element is dat een verhoor rechtvaardigt.

 

Wie hoort het kind?

 

De wet bepaalt dat het de rechter zelf is die de minderjarige hoort. Bovendien doet hij dat principieel alleen: het onderhoud vindt plaats buiten de aanwezigheid van wie ook, tenzij de rechter hier gemotiveerd van afwijkt.

 

De griffier mag bij het verhoor aanwezig zijn. Het gehoorde kind heeft geen recht op bijstand van een advocaat tijdens zijn verhoor. Moeder, vader of de advocaten van moeder en vader mogen op het gesprek niet aanwezig zijn. Zij kunnen, na het gesprek, het verslag op de rechtbank gaan lezen.

 

Waar wordt het kind gehoord?

 

Het verhoor gebeurt op een plaats die de rechter geschikt acht. Meestal is dit binnen het gerechtsgebouw, best op een plaats waar de minderjarige zich comfortabel voelt, maar het verhoor kan ook daarbuiten plaatsvinden, bijvoorbeeld op school.

 

Gevolgen van het horen

 

Van het onderhoud met de rechter wordt een verslag opgemaakt, dat weergeeft wat uw kind heeft gezegd. Uw kind moet dat niet ondertekenen. Indien de rechter tijdens het onderhoud vaststelt dat de minderjarige niet over het vereiste onderscheidingsvermogen beschikt, maakt hij hiervan melding in het verslag, dat bij het dossier van de rechtspleging wordt gevoegd. 

De ouders en de advocaten kunnen het verslag op de rechtbank lezen.

 

Aan de mening van de minderjarige wordt passend belang gehecht in overeenstemming met zijn leeftijd en maturiteit. Hoe ouder uw kind, hoe meer met zijn mening rekening zal worden gehouden. Het komt bijvoorbeeld zeer zelden voor dat een 17-jarige verplicht zal worden om ruim contact te onderhouden met of te blijven slapen bij een ouder die hij of zij niet meer wil zien. Aan uw kind van 12 jaar of ouder werd al in het inlichtingsformulier gemeld dat de rechter geenszins verplicht is zich te schikken naar de wensen die de minderjarige tijdens het verhoor kenbaar heeft gemaakt. Dat geldt uiteraard nog sterker voor de gehoorde minderjarige jonger dan 12 jaar.

 

Door het horen wordt uw kind geen partij in het geding.

 

Gerechtelijk Wetboek

 

Art. 1004/1.  § 1. Elke minderjarige heeft het recht gehoord te worden door een rechter in materies die hem aanbelangen aangaande de uitoefening van het ouderlijk gezag, de verblijfsregeling en het recht of het persoonlijk contact. Hij heeft het recht om te weigeren gehoord te worden.
  § 2. De minderjarige die jonger is dan twaalf jaar wordt gehoord op zijn verzoek, op verzoek van de partijen, van het openbaar ministerie of, ambtshalve, van de rechter. De rechter kan, middels een door de omstandigheden van de zaak gemotiveerde beslissing, weigeren de minderjarige die jonger is dan twaalf jaar te horen, behalve wanneer dat verzoek van deze laatste of van het openbaar ministerie uitgaat. Tegen die beslissing van weigering kan geen rechtsmiddel worden aangewend.
   § 3. De minderjarige die twaalf jaar oud is, wordt door de rechter ingelicht over zijn recht om gehoord te worden overeenkomstig artikel 1004/2. Bij die informatie wordt een antwoordformulier gevoegd.
   § 4. Indien de minderjarige in de loop van de rechtspleging of in een vorige aanleg reeds is gehoord, zelfs voor een andere rechtbank, is de rechter niet verplicht op het verzoek in te gaan, indien er geen nieuw element is dat een verhoor rechtvaardigt.
   § 5. De rechter hoort de minderjarige op een plaats die hij geschikt acht. Tenzij de rechter hier bij een met redenen omklede beslissing van afwijkt, vindt het onderhoud plaats buiten de aanwezigheid van wie ook.
   Het verslag van het onderhoud wordt bij het dossier van de rechtspleging gevoegd. Het geeft weer wat de minderjarige heeft gezegd. De minderjarige wordt geïnformeerd over het feit dat de partijen er kennis van kunnen nemen. De rechter informeert de minderjarige over de inhoud van het verslag en gaat na of het verslag de mening van de minderjarige verwoordt.
   De minderjarige ondertekent het verslag niet. Indien de rechter tijdens het onderhoud vaststelt dat de minderjarige niet over het nodige onderscheidingsvermogen beschikt, maakt hij hiervan melding in het verslag.
   § 6. Het onderhoud met de minderjarige heeft niet tot gevolg dat hij partij in het geding wordt.
   Aan de mening van de minderjarige wordt passend belang gehecht in overeenstemming met zijn leeftijd en maturiteit.

 

Art. 1004/2.  De Koning stelt het model van informatieformulier voor de minderjarige vast.
   Het formulier vermeldt het recht om gehoord te worden door de rechter, de manier waarop het onderhoud plaatsvindt en de manier waarop het onderhoud aanvaard of geweigerd wordt. Het vermeldt eveneens dat het verslag over het onderhoud bij het dossier van de rechtspleging wordt gevoegd, dat de partijen er kennis van kunnen nemen en dat de inhoud van dit verslag tijdens deze rechtspleging kan worden gebruikt.
   In het formulier wordt bovendien gepreciseerd dat de rechter bij het horen van de minderjarige niet verplicht is zich te schikken naar de door de minderjarige gedane verzoeken.
   Het formulier wordt in voorkomend geval gericht aan het adres van elk van de ouders aan het adres waar het kind verblijft indien het geplaatst is of aan de woonplaats van het kind indien het niet gedomicilieerd is bij één van zijn ouders.