Kind fiscaal ten laste

Home > Informatie      

 Wanneer is een kind fiscaal ten laste?


Om fiscaal ten laste te zijn, mag een kind jaarlijks niet meer bestaansmiddelen hebben dan een bepaald grensbedrag. Dat bedrag is lager voor kinderen die ten laste zijn van gehuwden of wettelijk samenwonenden dan voor kinderen die ten laste zijn van alleenstaanden of feitelijk samenwonenden. Voor inkomstenjaar 2017 (aanslagjaar 2018) zijn deze maximumbedragen 3.200 euro (ten laste van gehuwden of wettelijk samenwonenden) en 4.620 euro (ten laste van alleenstaanden of feitelijk samenwonenden). Een actueel overzichtsschema van de maximale netto-bestaansmiddelen om als kind nog ten laste te zijn, vindt u op www.gezinsbond.be, onder "Publicaties".


Wat zijn voor de belastingen bestaansmiddelen van een kind?


1. beroepsinkomsten
Voor een studerend kind is dat het loon van vakantie- en studentenjobs. De eerste schijf van 2.660 euro (inkomstenjaar 2017) is vrijgesteld van belastingen.
2. ontvangen onderhoudsgeld, behalve de eerste schijf van 3.2000 euro (inkomstenjaar 2017).
3. onroerende en roerende inkomsten van kinderen ouder dan 18


Zowel kinderbijslag als een studiebeurs zijn voor de belastingen geen bestaansmiddelen van het kind en bijgevolg niet belastbaar. Ook achterstallig onderhoudsgeld, ontvangen in uitvoering van een beslissing door een rechter, telt niet mee als belastbaar inkomen.

 

Wie heeft het kind fiscaal ten laste?


Apart wonende ouders kunnen in geen geval allebei hun gezamenlijke kinderen fiscaal ten laste nemen. Een van de ouders heeft het kind fiscaal ten laste, en de andere ouder mag/kan/moet onderhoudsgeld betalen. Of een van de ouders heeft het kind fiscaal ten laste en het belastingvoordeel door kind fiscaal ten laste wordt verdeeld (fiscaal co-ouderschap, waardoor het belastingvoordeel door het betalen van onderhoudsgeld vervalt). Het kind is voor een volledig jaar ten laste van één ouder.
 
Bij apart wonende ouders is het kind in principe fiscaal ten laste van de ouder van wiens gezin het kind op 1 januari van het daaropvolgende jaar deel uitmaakt. Deel uitmaken van het gezin is er feitelijk en/of officieel verblijven. Ouders die apart wonen, kunnen in een overeenkomst vrij afspreken wie van beiden het kind fiscaal ten laste heeft. Als de ouders hierover geen conflict hebben, dan kan de fiscus aanvaarden dat het officiële adres van het kind niet bij de ouder is die het kind fiscaal ten laste heeft.


In geval van conflict tussen apart wonende ouders passen de belastingen de regelingen toe die vermeld staan in het vonnis of in de notariële akte. Zijn er geen fiscale regelingen vermeld, dan passen de belastingen de volgende regels toe:


• Als er sprake is van hoofdverblijf bij één ouder, dan is het kind fiscaal ten laste van de ouder bij wie het kind op 1 januari van het aanslagjaar zijn officieel adres heeft, dus de woonplaats waar het kind in de registers van de burgerlijke stand is ingeschreven
• Als er sprake is van gezagsco-ouderschap én verblijfsco-ouderschap én er is een vonnis van de rechtbank, dan wordt fiscaal co-ouderschap (fiscale opsplitsing) toegepast
• Als er sprake is van gezagsco-ouderschap én verblijfsco-ouderschap, maar er is enkel een gehomologeerde overeenkomst of notariële akte waarin geen melding wordt gemaakt van fiscaal co-ouderschap, dan is het kind ten laste van de ouder bij wie het kind zijn officieel adres heeft.

 

Belastingbesparing voor kinderen ten laste

 

De belastingbesparing die gekoppeld is aan het hebben van kinderen ten laste, is groter voor alleenstaanden en feitelijk samenwonenden dan voor gehuwden of wettelijk samenwonenden. Een alleenstaande of feitelijk samenwonende met minimum 1 kind ten laste heeft recht op een bijkomende belastingvrije som van 1.550 euro (inkomstenjaar 2017, aanslagjaar 2018) en dit dus bovenop de belastingvrije som waar iedere belastingplichtige recht op heeft. Voor het aanslagjaar 2018 (inkomsten 2017) bedraagt het basisbedrag van de belastingvrije som voor iedereen 7.270 euro.


Als er meer dan één kind is, is het voordeliger om alle kinderen bij dezelfde ouder fiscaal ten laste aan te geven omdat het belastingvoordeel ten gevolge van de bijkomende belastingvrijstelling wegens een kind ten laste dan het grootst is. De basistoeslag op de belastingvrije som voor inkomstenjaar 2017 (aanslagjaar 2018) bedraagt


 

voor 1 kind

 

1.550 euro

voor 2 kinderen

 

3.980 euro

voor 3 kinderen

 

8.920 euro

voor 4 kinderen

 

14.420 euro

per bijkomend kind

plus 5.510 euro

 

 

Een actueel overzicht met vergelijking van het belastingvoordeel van fiscaal gehuwden en fiscaal alleenstaanden vindt u op www.gezinsbond.be, onder "Publicaties". Het exacte belastingvoordeel is ook afhankelijk van het percentage gemeentebelasting dat in uw gemeente wordt geheven.