Eerste of tweede beslisser?

Soms beslissen partners min of meer tegelijkertijd dat er een scheiding komt. Meestal loopt het anders. Een positie als 'eerste beslisser' brengt een andere kijk en een andere beleving mee dan een positie als 'tweede beslisser'. Wie bepaalt in de tijd als eerste dat er een scheiding komt?


Wie wil de relatie verder zetten en ondergaat aanvankelijk de scheiding onder druk van de eerste? Legt de tweede zich snel neer bij de scheiding als een feit? Of aanvaardt de tweede de scheiding op den duur? Ziet de tweede goede redenen om zelf ook te beslissen om uiteen te gaan?


Beide posities kunnen pijnlijk zijn. Misschien herkent u hieronder enkele mogelijke verschillen tussen u en uw ex-partner.


De eerste beslisser blijft soms in de kou staan. Zij heeft er zelf voor gekozen en ze moet nu maar de gevolgen dragen. Eigen schuld, dikke bult. De eerste wil vaak wel de verantwoordelijkheid voor de beslissing van de scheiding nemen maar niet de verantwoordelijkheid voor het ontstaan van het relatieprobleem. Ook de ander heeft een aandeel. Mislukken doet men met z'n tweeën. Dat is moeilijk uit te leggen. De tweede beslisser wordt vaker als slachtoffer gezien en krijgt daarvoor begrip.

 

De eerste kan meestal zijn tijd nemen om na te denken. Hoe zou dat zijn, 'apart wonen'? Zal ik mij niet eenzaam voelen? Wat zal ik aan de kinderen vertellen? Hoe zouden mijn ouders reageren? Wat kan ik doen met de reacties van mijn partner? Hij kan zichzelf wat voorbereiden. Hij kan ook de partner voorbereiden op de nakende scheiding. Krijgt die wat tijd? Moet de onzekere periode zo kort mogelijk zijn om het proces niet nodeloos te rekken? Zal ik eenmaal echt beslist, de beslissing duidelijk meedelen? En hoe zal ik de begrijpelijke pijnlijke reacties opvangen? Sommigen willen weggaan zonder de partner pijn te doen. Schrik om te kwetsen, kan kwetsen. De partner 'ontzien' kan als effect hebben dat de partner blijft hopen op samenblijven. Anderen zijn zo bang voor de reactie van de partner, dat plots over scheiding spreken of plots verhuizen de enige manier lijkt om de overgang te maken.

 

De tweede wordt vaak overvallen door een voldongen feit. Waarom niet proberen samen te blijven? Waarom geen tweede kans? Waarin ben ik tekort geschoten? Het nieuws kan de tweede zo erg als partner opslorpen dat er weinig energie overblijft voor de kinderen. Dikwijls is de eerste reactie: "Het beste voor de kinderen is samenblijven." Dat is zeker niet noodzakelijk zo. Als de scheiding onvermijdelijk is, kunnen aanhoudende spanningen waarin de kinderen geklemd zitten, misschien beter zakelijk aangepakt worden. Het is niet gemakkelijk om de eenheid van het gezin op te geven, om het gezin te splitsen in 'een scheidend koppel' en 'twee ouders van dezelfde kinderen'. Tweede beslissers maken meestal moeizamer de gedachtesprong van 'het gezin waarin partners en ouders samenhangen' naar 'gescheiden partners en apart wonende ouders'. Soms verwijten ze de eersten dat zij het gezin als geheel kapot maken.


Niemand kan de tweede verplichten mee te werken aan een scheiding. Maar, als hij gehuwd is kan hij de echtscheiding niet tegenhouden. De ene echtgenoot of echtgenote kan na één jaar apart wonen of na één jaar procederen zonder instemming van de andere een echtscheiding verkrijgen. Dan kan het verstandig zijn om de beslissing van de eerste te aanvaarden en 'er het beste van te maken'.

 

Soms heeft de eerste beslisser tijd gehad om te wikken en te wegen. Er zijn ook goede tijden geweest. Hij neemt ook de goede kanten van de partner in overweging, evenals zijn eigen aandeel in de problemen. Als hij weloverwogen beslist om toch te scheiden, is hij klaar om te praten over de scheiding, over de toekomst.


De tweede wil praten over het relatieprobleem, over het verleden. Wat doe jij mij aan? Moet ik mijn koppelgeschiedenis herschrijven? Zal ik ooit nog gelukkig worden? Hij is dikwijls te ontredderd om goede kanten te zien. Jij laat mij in de steek. Dan is een tijd lang hoop nodig om te overleven. Dan ziet hij vooral wat de ander doet dat hem nog hoop geeft. Beetje bij beetje merkt hij wat de ander doet dat hem geen hoop meer geeft. Zodra hij de hoop op samenblijven laat varen, kunnen de machteloosheid en het gevoel van onrecht en kwaadheid hevig naar buiten komen. Wanneer de tweede beslisser over de ontreddering heen is, krijgt ook hij meer vat op de scheiding. Hij kan mee het verloop en de manier van scheiden sturen. Zo is hij niet meer iemand die machteloos en passief toekijkt.


Tijdens onderhandelingen over huis en geld hebben eerste beslissers soms de neiging om vanuit schuldgevoelens weinig zakelijk op te komen. Terwijl de tweede beslissers vanuit het onrecht dat hen is aangedaan, meer durven eisen.