Wat is de beste regeling?

De beste regeling bestaat niet. Wat voor sommige ouders en kinderen een goede verblijfsregeling is, is dat niet voor andere. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt niet dat er één beste verblijfsregeling bestaat die het welbevinden van een kind bepaalt.

 

Wat is voor u een goede regeling? U beslist daar samen over, of een rechter beslist daarover. Wat vindt u belangrijk? Wat vindt een rechter in het belang van het kind? Wat belangrijk is, en wat het belang van het kind precies inhoudt, ligt niet vast. U kunt hierover lezen in het artikel Steunbronnen voor kinderen.

 

Sommige ouders en rechters vinden verblijfsco-ouderschap niet goed voor een kind. Zij vinden dat één vaste thuis beter is, zeker voor jonge kinderen. Anderen vinden dat kinderen voldoende soepel zijn om regelmatig te verhuizen. Zij vinden dat verblijfsco-ouderschap beter is voor een kind. Zo leert een kind zijn twee ouders even goed kennen. Elke situatie is anders en moet in het licht van de concrete omstandigheden voor elk kind afzonderlijk worden bekeken. Het is onverstandig om algemene uitspraken te doen over het wel en wee van verblijfsco-ouderschap.

 

Er zijn veel meer vragen dan antwoorden

 

Heeft het kind hoofdverblijf bij de ouder die het meest voor het kind beschikbaar is, die het meest tijd heeft om persoonlijk voor het kind te zorgen? Heeft het kind hoofdverblijf bij de ouder met wie het kind in het verleden het meest tijd samen met het kind doorgebracht? Heeft het kind hoofdverblijf bij de ouder die in de toekomst veel tijd samen met het kind kan doorbrengen?

 

Moet een verblijfsregeling stabiel blijven? Of zijn kinderen voldoende soepel om zich aan te passen aan een nieuwe verblijfsregeling? Wat is het belangrijkste: dat het kind beide ouders kan leren kennen, of stabiliteit? Zijn de kwantiteit en de kwaliteit van de verblijfstijd even belangrijk? Hoe belangrijk is de tijd die een ouder heeft om een job of een nieuwe relatie uit te bouwen? De ouder bij wie het kind hoofdzakelijk verblijft, heeft hiervoor minder tijd dan de andere.

 

Speelt het verschil in materiële en financiële omstandigheden een rol, bijvoorbeeld de woonomgeving? Of het verschil in moederrol en vaderrol? Moet de verblijfsregeling eenvoudig zijn of mag de regeling ingewikkeld zijn? Moet de regeling vast liggen of mag de regeling soepel veranderen naargelang de wisselende omstandigheden? Moet de regeling zodanig zijn dat het kind zoveel mogelijk bij de ouders is, of is het net goed dat ook anderen - bijvoorbeeld grootouders of een nieuwe partner - mee zorg opnemen?

 

Wat vinden de kinderen zelf belangrijk?

 

De meeste kinderen vinden het allerbelangrijkste dat hun ouders geen slepende ruzies hebben over hen. Als iedereen de verblijfsregel aanvaardt en zijn best doet om de regeling goed uit te voeren, dan is er rust in de omgang.