Elk kind heeft recht op contact

Een kind heeft recht op persoonlijke ontmoetingen met beide ouders. Volgens het Internationaal verdrag inzake de rechten van het kind heeft elk kind dat van één of beide ouders is gescheiden, het recht op regelmatige basis persoonlijke betrekkingen en rechtstreeks contact met beide ouders te onderhouden, tenzij dit in strijd is met het belang van het kind (artikel 9.3).

 

De wet bepaalt (in de context van uitsluitende gezagsuitoefening) dat het recht van een ouder op persoonlijk contact met zijn kind enkel om bijzonder ernstige redenen kan worden geweigerd. Contact weigeren aan een ouder is dus enkel mogelijk als ontmoetingen het belang van het kind ernstig zouden schaden. Zo mag een rechter, vanuit de overweging dat het kind zeer jong is, de vader niet verbieden om regelmatig contact te hebben met het kind.

 

Een rechter mag de omstandigheden bepalen waarin de ontmoetingen moeten plaatsvinden. Een rechter kan in het belang van het kind beslissen dat een ouder het kind uitsluitend in een bezoekruimte en onder begeleiding mag ontmoeten. Partijen kunnen zo'n contactregeling ook zelf overeenkomen.