Zakelijk overleggen

Alle ouders hebben wel eens meningsverschillen. Op zich zijn verschillen geen probleem. Soms kunnen de verschillen probleemloos naast elkaar blijven bestaan. Soms moeten ouders iets doen met hun verschil omdat ze samen een beslissing moeten nemen. Dan brengen meningsverschillen wel eens felle discussies teweeg die uitmonden in ergernis of conflict.


Ook apart wonende ouders hebben meningsverschillen waar ze iets moeten mee doen. Wat is uw beste manier van overleggen? Welke manier geeft de minste kans op ruzie? Elkaar zien of elkaar niet zien? Weinig of veel telefoneren of mailen of brieven schrijven? Met of zonder hulp van iemand anders, een familielid of een professional? Soms overleggen ouders zakelijker als ze elkaar niet zien. Soms kan zakelijk overleg enkel op passende momenten. Sommige ouders overleggen goed via vergaderingen met een agenda vooraf en een verslag achteraf. Andere ouders overleggen goed op een niet-georganiseerde manier.


Wordt u erg emotioneel als u uw ex-partner ontmoet? Kan u als ouder beter nadenken als uw ex-partner er niet bij is, als u alleen bent, of samen met een vriend of vriendin? Schrijf dan op wat u aan de andere ouder wil zeggen. Doe het overleg zonder ontmoeting, schriftelijk of telefonisch. Kijk tijdens een telefonisch overleg regelmatig naar uw notities. Zo blijven uw gedachten bij de zaken die u wil bespreken.


Wat kan nog helpen? Sommige ouders doen het zo:


• Een overlegplek met zo weinig mogelijk afleiding
• De kinderen uit de buurt
• Een goed moment waarop ze beiden tijd hebben en niet te moe zijn
• Een vooraf afgesproken vast tijdstip om te beginnen en om te eindigen
• Een vergadering niet laten uitlopen
• Op het einde van elke vergadering de agenda voor de volgende vergadering plannen
• Elke vergadering openen met het afspreken van de agendapunten
• Op het einde van elke vergadering noteren wat ze hebben overwogen, wat ze hebben beslist en wat elk van hen zal doen in afwachting van de volgende vergadering


Hoe lang zal u overleggen? Hoeveel bijeenkomsten voorziet u? Waar zal u bijeenkomen? Hoe vaak gaat u vergaderen: elke dag, elke week, om de 14 dagen? Goede afspraken maken, vraagt meestal wat tijd. Plan niet te veel gespreksonderwerpen voor één overlegmoment. Probeer niet alles in enkele vergaderingen op te lossen.


Misschien kan u vooraf opschrijven waarover u in het volgende overlegmoment wel zal praten en waarover niet. Wanneer een overleg dreigt te ontsporen in wederzijdse verwijten, kan u beter stoppen en een volgend overlegmoment afspreken. Niet alles is dringend. Sommige netelige kwesties blijven misschien best even liggen of vragen misschien enkele maanden onderhandelingstijd.


Wat loopt goed? Wat loopt minder goed? Wat kan beter? Af en toe laten horen hoe goed alles loopt, is voor iedereen een duwtje in de rug. Als u ondervindt dat een regeling echt niet goed loopt, kan u de andere ouder uitnodigen tot een overleg hierover. Stel het overleg niet zo lang uit dat het probleem alsmaar groter wordt. Soms is kort op de bal spelen een goed idee.